Adviserend geneesheer van het ziekenfonds - Medische fouten
Adviserend geneesheer van het ziekenfonds ‑ Medische fouten
In 1992 werd de Nationale Raad door een provinciale raad om advies verzocht aangaande de rol die men de adviserend geneesheer van het ziekenfonds wil toekennen in het opsporen van medische fouten (Tijdschrift nr. 56, blz. 31).
In zijn antwoord schreef de Raad, na de wettelijke en deontologische beschikkingen dienaangaande in herinnering gebracht te hebben,: "de adviserend geneesheer is het eindpunt van de medische informatiestroom. Derhalve mag de adviserend geneesheer geen enkele medische informatie, met welke bedoeling ook, ²²overmaken aan de administratieve, juridische of enige andere dienst van de verzekeringsinstelling".
Dit advies heeft een reactie uitgelokt bij een geneesheer‑ directeur van een ziekenfonds, die ontvangen werd door het Bureau van de Raad.
Deze geneesheer stelt immers vast dat het standpunt van de Nationale Raad een belemmering vormt voor de noodzakelijke harmonizering van de juridische dienst - bijvoorbeeld bij een gerechtelijke tussenkomst.
Na afloop van deze ontmoeting tussen het Bureau van de Raad en de geneesheer-directeur van het ziekenfonds heeft een Commissie van de Raad zich opnieuw gebogen over het probleem en haar conclusies voorgelegd aan de Raad.
Advies van de Nationale Raad:
De Nationale Raad wil vooreerst opmerken, dat het geenszins in zijn bedoeling ligt bepaalde terugvorderingsprocedures vanwege de Landsbonden der Ziekenfondsen te bemoeilijken, laat staan onmogelijk te maken.
De Nationale Raad stelt vast, enerzijds dat artikel 76 quater par. 2 van de Wet van 09 augustus 1963 op de Z.I.V. de verzekeringsinstelling verplicht om de bedragen die ze voorgeschoten heeft voor bepaalde prestaties verricht voor haar rechthebbende, terug te vorderen bij een verzekeringsmaatschappij of bij een individu al naargelang van het schadegeval.
Anderzijds stelt de Nationale Raad vast, dat de adviserend geneesheer van het ziekenfonds, krachtens artikel 21 van het koninklijk besluit nr. 35 van 20 juli 1967 het eindpunt is van de medische informatiestroom. Daarop steunt immers het recht van de behandelend geneesheer om medische informatie - die zonder diagnostisch of therapeutisch nut is voor zijn patiënt ‑ aan de collega adviserend geneesheer over te maken.
Indien nu het bepaalde in artikel 21 van het koninklijk besluit nr. 35 van 20 juli 1967 de uitvoering van artikel 76 quater par. 2 van de wet van 09 augustus 1963 onuitvoerbaar maakt, dan behoort het de wetgever om hieraan te verhelpen.