Adviserend geneesheren bij verzekeringsmaatschappijen
Een provinciale raad ontvangt vanwege een arts de kopie van een brief afkomstig van een adviserend geneesheer bij een verzekeringsmaatschappij. In bedoelde brief worden de behandelende geneesheren verzocht aan hun patiënten systematisch een getuigschrift te overhandigen waarin de redenen van de opname in het ziekenhuis en de aard van de behandeling worden vermeld. Dat getuigschrift is bestemd voor de verzekeringsmaatschappij.
De Nationale Raad heeft besprekingen aangevat met de adviserend geneesheren van de verzekeringsmaatschappijen en met name een onderhoud gehad met de raadsman van de Belgische Vereniging van Verzekeringsraadsgeneesheren (B.V.V.O.) en vier adviserend geneesheren. Overeengekomen werd dat de adviserend geneesheren aan de Nationale Raad voorstellen zouden formuleren m.b.t. een statuut dat de adviserend geneesheren bij verzekeringsmaatschappijen volledige onafhankelijkheid zou waarborgen.
Op 8 juni 1988 kreeg het Bureau toevallig kennis van een brief vanwege het B.V.V.O. en gericht aan de verzekeringsmaatschappijen waarin sprake is van een voorstel van deze Vereniging "geïnspireerd op de aanbevelingen van de Orde der geneesheren". Dat laatste punt is onjuist.
De Nationale Raad schrijft aan de raadsman van de B.V.V.O. om uiting te geven aan zijn verbazing en bevestigt eens te meer zijn standpunt in deze materie.