keyboard_arrow_right
Deontologie

Mutualiteit - Profylaxe tegen tuberculose

Een medisch adviseur bij de mutualiteit vraagt aan een behandelende geneesheer hem te willen mededelen of de personen uit de onmiddellijke omgeving van een van zijn t.b.‑patiënten werden onderzocht met het oog op het opsporen van de infectieoorzaak of andere besmettelijke gevallen.

Indien een dergelijk onderzoek niet plaatsvond, wenst de behandelende geneesheer persoonlijk dit profylactisch onderzoek uit te voeren of verkiest hij dat de sociale dienst van de mutualiteit het nodige doet ?

De inlichtingen zijn bestemd voor het Verbond der ... Mutualiteiten.

- Na kennis te hebben genomen van het advies geformuleerd door de Nationale Raad, heeft de directeur van het Verbond der mutualiteiten in kwestie aan de betrokken provinciale raad bijkomende inlichtingen verstrekt. Uit dat schrijven blijkt dat, zoals ten onrechte uit het bedoelde dokument kon worden afgeleid, de medische inlichtingen niet bestemd waren voor het Verbond der mutualiteiten, ... maar enkel en alleen voor de medische dienst.

- Nadat het probleem opnieuw onder al zijn deontologische aspekten werd onderzocht, nl.: medisch geheim, vrije keuze van de patiënt, preventieve geneeskunde, relatie medisch adviseurbehandelende geneesheer, heeft de Nationale Raad tenslotte in zijn vergadering van 20 mei 1978, het volgende advies uitgebracht:

De Nationale Raad begrijpt en deelt de bezorgdheid van de geneesheer‑directeur van het Verbond der mutualiteiten die, in het belang van de bevolking, een goede profylaxe tegen de tuberculose wenst te waarborgen.

In bepaalde sociale of socio‑ekonomische situaties heeft de behandelende geneesheer soms af te rekenen met praktische moeilijkheden bij het leiden van een goede profylactische enquête.

In dergelijke gevallen kan een gelukkige samenwerking tussen de behandelende geneesheer en de medische adviseur van de mutualiteit ongetwijfeld efficiënt zijn.

Deze samenwerking gebeurt in eerbied voor de prerogatieven van de behandelende geneesheer en zonder inmenging in diens therapeutische beslissingen.

De medische adviseur zal derhalve zijn interventie beperken tot het voorstellen van een onderlinge samenwerking tussen zijn eigen dienst en de behandelende geneesheer zonder evenwel deze laatste vooraf te ondervragen in verband met wat hij reeds heeft ondernomen of wat hij van plan is te doen.

Onder deze voorwaarden heeft de behandelende geneesheer er alle belang bij, in minder alledaagse gevallen, op dit voorstel in te gaan nadat hij evenwel eerst de toestemming heeft verkregen van de patiënt.

Het formulier dat ten dien einde aan de artsen wordt gericht zou evenwel een minder administratief karakter moeten hebben terwijl punt 1 ervan achterwege dient te worden gelaten.

De Nationale Raad constateert verder dat de geneesheer‑directeur toegeeft dat medische gegevens niet aan het Verbond der mutualiteiten kunnen worden medegedeeld zonder het beroepsgeheim te schenden, zoals ten onrechte uit het gelaakte dokument kon worden afgeleid, maar wel uitsluitend aan de medische dienst mogen worden doorgegeven.