keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Resultaten

Vorige pagina

2

pagina

Beroepsgeheim25/08/1990 Documentcode: a050002
Beroepsgeheim - Overdracht van medische dossiers aan de advizerende geneesheer van een landsbond van een ziekenfonds

Beroepsgeheim ‑ Overdracht van medische dossiers aan de advizerende geneesheer van een landsbond van een ziekenfonds.

Een neuropsychiater legt aan de Nationale Raad de volgende vragen voor:

  • Kan een landsbond via een medisch raadgever documenten, medische verslagen, hospitalisatieverslagen over patiënten opvragen ?
  • Zijn er deontologische bezwaren om op die aanvragen in te gaan ?

Er wordt een ontwerp‑antwoord voorgelegd aan de Nationale Raad. Deze hecht hieraan zijn goedkeuring.

Advies van de Nationale Raad:

  1. Indien de aanvragende arts een erkend medisch adviseur van een Ziekenfonds is, is er wettelijk en in de Code van geneeskundige Plichtenleer (art. 58 b) voorzien dat deze inzage in medische documenten kan hebben om de uitvoering van zijn opdracht mogelijk te maken.
    In dit geval geldt het principe van het gedeelde beroepsgeheim.
  2. Indien deze geneesheer het wettelijk statuut van medisch adviseur van een verzekeringsinstelling tegen ziekte en invaliditeit niet heeft, mogen geen medische gegevens worden doorgestuurd. Wel medische gegevens doorsturen is strijdig met art. 129 van de Code, vooral wanneer het al dan niet aanvaarden voor terugbetaling van de Mutualiteit (en secundair het RIZIV) van de patiënt de gijzelaar maakt.(2)

(2) Art. 58b van de Code van geneeskundige Plichtenleer :
Binnen uitdrukkelijk vastgelegde perken, gelden wettelijke uitzonderingen (betreffende het beroepsgeheim) voor de hierna opgesomde gevallen. De geneesheer moet in geweten oordelen of hij door het beroepsgeheim toch niet wordt verplicht bepaalde gegevens niet mede te delen.
(...)
b) Het verstrekken van inlichtingen of medische gegevens over de verzekerde, aan de geneesherenadviseurs van verzekeringsinstellingen tegen ziekte en invaliditeit en binnen de perken van de medisch-sociale raadplegingen.
De geneesheer‑adviseur van een verzekeringsinstelling is zoals elke andere geneesheer; gebonden door het beroepsgeheim; hij moet aan die instelling uitsluitend zijn besluiten op administratief vlak mededelen.

Art. 129 van de Code van geneeskundige Plichtenleer :
De geneesheer met een van de door artikel 119 bedoelde opdrachten belast, moet vermijden de behandelende geneesheer er toe te brengen het beroepsgeheim te schenden, dat laatstgenoemde zelfs tegenover hem moet bewaren.
De medische adviseur of controlerende geneesheer, van wie de beslissing betwist wordt, mag aan het rechtscollege bij wie de zaak aanhangig is gemaakt of aan de aangestelde deskundige de bescheiden of fotocopies overmaken van al de onderzoekingen die door hem werden uitgevoerd of die hij heeft laten uitvoeren, voor zover hij ze aan de raadgevende geneesheer van de patiënt heeft medegedeeld.

Mutualiteiten20/05/1978 Documentcode: a026020
Mutualiteit - Profylaxe tegen tuberculose

Een medisch adviseur bij de mutualiteit vraagt aan een behandelende geneesheer hem te willen mededelen of de personen uit de onmiddellijke omgeving van een van zijn t.b.‑patiënten werden onderzocht met het oog op het opsporen van de infectieoorzaak of andere besmettelijke gevallen.

Indien een dergelijk onderzoek niet plaatsvond, wenst de behandelende geneesheer persoonlijk dit profylactisch onderzoek uit te voeren of verkiest hij dat de sociale dienst van de mutualiteit het nodige doet ?

De inlichtingen zijn bestemd voor het Verbond der ... Mutualiteiten.

- Na kennis te hebben genomen van het advies geformuleerd door de Nationale Raad, heeft de directeur van het Verbond der mutualiteiten in kwestie aan de betrokken provinciale raad bijkomende inlichtingen verstrekt. Uit dat schrijven blijkt dat, zoals ten onrechte uit het bedoelde dokument kon worden afgeleid, de medische inlichtingen niet bestemd waren voor het Verbond der mutualiteiten, ... maar enkel en alleen voor de medische dienst.

- Nadat het probleem opnieuw onder al zijn deontologische aspekten werd onderzocht, nl.: medisch geheim, vrije keuze van de patiënt, preventieve geneeskunde, relatie medisch adviseurbehandelende geneesheer, heeft de Nationale Raad tenslotte in zijn vergadering van 20 mei 1978, het volgende advies uitgebracht:

De Nationale Raad begrijpt en deelt de bezorgdheid van de geneesheer‑directeur van het Verbond der mutualiteiten die, in het belang van de bevolking, een goede profylaxe tegen de tuberculose wenst te waarborgen.

In bepaalde sociale of socio‑ekonomische situaties heeft de behandelende geneesheer soms af te rekenen met praktische moeilijkheden bij het leiden van een goede profylactische enquête.

In dergelijke gevallen kan een gelukkige samenwerking tussen de behandelende geneesheer en de medische adviseur van de mutualiteit ongetwijfeld efficiënt zijn.

Deze samenwerking gebeurt in eerbied voor de prerogatieven van de behandelende geneesheer en zonder inmenging in diens therapeutische beslissingen.

De medische adviseur zal derhalve zijn interventie beperken tot het voorstellen van een onderlinge samenwerking tussen zijn eigen dienst en de behandelende geneesheer zonder evenwel deze laatste vooraf te ondervragen in verband met wat hij reeds heeft ondernomen of wat hij van plan is te doen.

Onder deze voorwaarden heeft de behandelende geneesheer er alle belang bij, in minder alledaagse gevallen, op dit voorstel in te gaan nadat hij evenwel eerst de toestemming heeft verkregen van de patiënt.

Het formulier dat ten dien einde aan de artsen wordt gericht zou evenwel een minder administratief karakter moeten hebben terwijl punt 1 ervan achterwege dient te worden gelaten.

De Nationale Raad constateert verder dat de geneesheer‑directeur toegeeft dat medische gegevens niet aan het Verbond der mutualiteiten kunnen worden medegedeeld zonder het beroepsgeheim te schenden, zoals ten onrechte uit het gelaakte dokument kon worden afgeleid, maar wel uitsluitend aan de medische dienst mogen worden doorgegeven.

Vorige pagina

2

pagina