keyboard_arrow_right
Deontologie
report_problem
Dit advies is vervallen ten gevolge van de opheffing van de wetten van 18 juni 1850 en 28 december 1873 op de behandeling van de krankzinnigen. Deze wetten werden vervangen door de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.

Provinciale geneeskundige commissie : procedure mbt intrekken van visum

Provinciale geneeskundige commissie: procedure m.b.t. intrekken van visum

De Provinciale geneeskundige commissie (KB nr 78, art. 37, §1, 2°) heeft tot taak, in het bijzonder:
a/ de echtheid na te gaan van en het visum te hechten aan de titels van de beoefenaars van de geneeskunde en van de artsenijbereidkunde, van de veeartsen, van de beoefenaars van de verpleegkunde en van de beoefenaars van de paramedische beroepen;
b/ het visum in te trekken of zijn behoud afhankelijk te maken van de aanvaarding, door de betrokkene, van de opgelegde beperkingen, wanneer, op advies van geneesheren deskundigen aangeduid door de Nationale Raad van de Orde der geneesheren of door de Nationale Raad van de Orde waaronder hij ressorteert, vastgesteld wordt dat een beoefenaar bedoeld bij de artikelen 2, 3 of 4, (...) niet meer voldoet aan de vereiste fysieke of psychische geschiktheden om, zonder risico's, de uitoefening van zijn beroep voort te zetten.

De Nationale Raad wordt er door een provinciale raad attent op gemaakt dat, ten gevolge van de procedure voor de Provinciale geneeskundige commissie, de raden niet zelden worden geconfronteerd met de risico's die worden gelopen door patiënten van geneesheren die niet langer voldoen aan de gestelde eisen en normen om hun beroep zonder gevaar verder uit te oefenen. Voorts wordt nog gewezen op de trage procedure en de schorsende werking van het hoger beroep, waardoor heel wat tijd verloopt tussen het ogenblik waarop het risico aan het licht komt en het ogenblik waarop de beslissing definitief wordt. Zou het niet mogelijk zijn aldus de provinciale raad, om in zeer evidente gevallen, een snellere en algemeengeldende procedure te voorzien met inachtneming van het recht op verhaal van de betrokkenen ?

Nadat deze aangelegenheid grondig wordt besproken en onderzocht, brengt de Nationale Raad onderstaand advies uit:

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat wanneer een arts ten gevolge van zijn geestestoestand, een reëel gevaar betekent voor zichzelf of voor anderen, de wetten van 18 juni 1850 en 28 december 1873 op de behandeling van de krankzinnigen moeten worden toegepast. In dergelijke gevallen behoort het de Voorzitter van de Provinciale geneeskundige commissie om zijn verantwoordelijkheid op te nemen en het voor de collocatie vereiste getuigschrift op te stellen conform artikel 8 van hogergeciteerde wet.

Krachtens artikel 7 van de wet, moet bedoeld getuigschrift worden overgemaakt aan de bevoegde plaatselijke overheid.

report_problem
Dit advies is vervallen ten gevolge van de opheffing van de wetten van 18 juni 1850 en 28 december 1873 op de behandeling van de krankzinnigen. Deze wetten werden vervangen door de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.
info_outline
Publicatiedatum

27/02/1988

Documentcode

a040015