Rijbewijs
Het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur buigt zich over de aanpassing van de Belgische Reglementering aan bijlage 3 (medische criteria) van de Richtlijn 91/439/EEG van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs.
Een lid van de Nationale Raad heeft de werkzaamheden bijgewoond van de commissie die belast werd met de bestudering van de medische criteria die nageleefd dienen te worden bij de toekenning van het rijbewijs.
De Raad bestudeert de voorstellen van deze commissie en in het bijzonder de artikels betreffende de eerbiediging van het medisch beroepsgeheim en van de persoonlijke levenssfeer van de kandidaat.
Advies van de Nationale Raad :
Artikel 5 doet geen deontologisch probleem rijzen.
Artikel 6 zou verwoord kunnen worden als volgt :
De al dan niet behandelend arts dient de aanvrager ervan in kennis te stellen wanneer zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet meer in overeenstemming is met de in deze bijlage voorgeschreven minimumnormen. Hij dient de aanvrager te wijzen op zijn verplichting de arts van de Centraal Medische Dienst in te lichten.
Artikel 7 dient geschrapt te worden.
Het is immers onmogelijk de noodsituatie, waarvan de toepassing afhangt van concrete feitelijke situaties, vast te leggen in een regel.
Bovendien zou de onontbeerlijke vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt geschaad kunnen worden door deze noodsituatie vast te leggen in een regel.