keyboard_arrow_right
Deontologie

Accreditering

Een arts-universiteitsprofessor stelt vast dat de Code van geneeskundige Plichtenleer voorschrijft dat de arts zich op de hoogte dient te houden van de vooruitgang van de geneeskundige wetenschap. Hoe de arts dit doet staat niet vermeld, maar het Riziv doet het wel en koppelt daar ook nog een financiële vergoeding aan. De professor heeft de indruk dat de Orde van geneesheren volledig in de kou staat bij deze aangelegenheid en betreurt het dat er nu officieel bijgeschoolde en niet-bijgeschoolde artsen zijn, hetgeen naar zijn gevoel tegenstrijdig is met de Code van geneeskundige Plichtenleer.

Antwoord van de Nationale Raad :

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren heeft in zijn vergadering van 5 juli 1997 uw brief van 21 april 1997 besproken.

De Nationale Raad, die vertegenwoordigd is in het Permanent Comité van de Artsen van de Europese Unie, neemt deel aan het onderzoek, de besluitvorming en de aanbevelingen inzake de continue navorming van de artsen.

Wat de Belgische situatie betreft worden de praktische modaliteiten van de navorming en van haar erkenning geregeld door de beroepsorganisaties, die hierover onderhandelen met de bevoegde openbare instanties.

De eerbiediging van de artikelen 3, 4 en 34 van de Code van geneeskundige Plichtenleer en de ertoe strekkende middelen zijn, net als de andere artikelen van de Code van geneeskundige Plichtenleer, een niet-aflatend aandachtspunt van de Orde der geneesheren.