keyboard_arrow_right
Deontologie

Nomenclatuur - Z.I.V.

Nomenclatuur Z.I.V.

De secretaris‑generaal Van Daele van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu verzoekt de Nationale Raad om advies aangaande een ontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. (cf. supra, blz. 17)
Bedoeld ontwerp werd de Academiën voor Geneeskunde en de Raad van State voorgelegd.

Tijdens de vergadering werden diverse problemen opgeworpen:
tegenstrijdigheid met artikel 46 van het Koninklijk Besluit nr 78 betreffende de geneeskunst ‑ vernietiging door de Raad van State van het Koninklijk Besluit van 11 maart 1985 tot vaststelling van de lijst van technische verpleegkundige prestaties en van handelingen die door een geneesheer kunnen worden toevertrouwd aan de beoefenaars van de verpleegkunde ‑ het begrip "aanwezigheid" van de geneesheer ‑ de kwalificatie van het personeel ‑ de verantwoordelijkheid van de geneesheer‑stagiair.

Antwoord van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergaderingen van 18 februari en 11 maart 1989 kennis genomen van uw brief van 18 januari 1989 betreffende het ontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte‑ en invaliditeitsverzekering.

De Nationale Raad heeft nog geen algemene opmerkingen gemaakt, maar vindt dat er geen voldoende beschrijving gegeven wordt van het begrip "helper" en dat in de tekst niets wijst op de verantwoordelijkheid van de geneesheer‑stagiair.

De Nationale Raad wacht het advies af van de Academiën voor Geneeskunde op de kwalificatie en van de Raad van State om een meer omstandig advies te kunnen geven.