Terugbetaling van tandheelkundige verstrekkingen
De Waalse Syndikale Tandartsenkamer vraagt de Nationale Raad, met het oog op de gemoedsrust van de artsen, als deontologisch principe te willen vooropstellen, dat in een geneesherenziekenfondsakkoord elke clausule verboden is waardoor, gezien een onvoldoende vergoeding, de kwaliteit van de verzorging en het principe van de therapeutische vrijheid in het gedrang zouden kunnen komen.
De Nationale Raad meent dat het in de eerste plaats onder de bevoegdheid valt van de beroepsverenigingen om te oordelen of de vergoeding van bepaalde geneeskundige verstrekkingen al dan niet voldoende is.
De regels die door de artsen moeten worden geëerbiedigd in de uitoefening van hun beroep op het vlak van de kwaliteit van de verzorging, werden vastgelegd onder Titel II, hoofdstuk II van de Code van geneeskundige Plichtenleer.