Inzage in de medische gegevens van een persoon door de arts die zijn gezondheidstoestand dient te beoordelen
De nationale raad van de Orde der artsen wordt om advies verzocht over de inzage in de medische gegevens van een persoon door de arts die zijn gezondheidstoestand dient te beoordelen.
1- De opdrachten voor de beoordeling van de gezondheidstoestand, die hoofdzakelijk toevertrouwd worden aan de artsen die beschikken over de beroepstitel van arts-specialist in de verzekeringsgeneeskunde en medische expertise, zijn verscheiden. Bepaalde van die opdrachten worden gedefinieerd door de wet(1):
Voor de goede toepassing van de regels betreffende de eerbiediging van het beroepsgeheim en van de persoonlijke levenssfeer dient aandacht geschonken te worden aan de aard van de opdracht waarmee de arts belast is en aan de persoon die hem mandateert.
De artikelen 43 en 44 van de Code van medische deontologie 2018 formuleren de deontologische regels die van toepassing zijn.
2- Indien de inzage in de gezondheidsgegevens in het kader van een expertise uitdrukkelijk bij wet geregeld is, dient men zich hiernaar te schikken.
3- Indien de arts gemandateerd wordt door de persoon wiens gezondheidstoestand beoordeeld wordt, bezorgt deze persoon hem de stukken nodig voor de expertiseopdracht.
De patiënt kan het verzamelen van de stukken die nodig zijn voor een expertise toevertrouwen aan een vertrouwenspersoon (artikel 9, §3, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt). De bijstandsarts kan worden aangeduid als vertrouwenspersoon. Het toevertrouwen van deze opdracht gebeurt aan de hand van een geschreven document dat de aangewezen arts bij zijn verzoek voegt om een afschrift te ontvangen. In dit verzoek preciseert hij de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn mandaat en de hoedanigheid waarin hij optreedt.
Verscheidene regionale uitwisselingsnetwerken (CoZO/Collaboratief Zorgplatform, Abrumet/Brussels Gezondheidsnetwerk, Réseau Santé Wallon, Vlaams ziekenhuisnetwerk KU Leuven) hebben tot doel aan de gezondheidswerkers inzage te geven in de gezondheidsgegevens in het kader van een therapeutische relatie. De arts die belast is met een opdracht in het kader van de verzekerings-, controle- en gerechtelijke geneeskunde heeft geen therapeutische relatie met de persoon wiens gezondheidstoestand hij dient te beoordelen(2). Hij kan dit netwerk dus niet gebruiken om diens gegevens in te kijken.
Indien een persoon zijn behandelend arts aanwijst om hem te vertegenwoordigen of om zijn belangen te verdedigen, mag de behandelende arts, voor het vervullen van de toevertrouwde opdracht, slechts de gezondheidsgegevens van de patiënt gebruiken, mits de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt. Alvorens ze te gebruiken, laat de behandelend arts aan zijn patiënt weten welke informatie hij van plan is aan de andere partijen te bezorgen en vraagt hij zijn uitdrukkelijke toestemming voor de overdracht.
Het medisch onderzoek dat voorafgaat aan het sluiten van een verzekeringsovereenkomst van de sector leven (levensverzekering, schuldsaldoverzekering, gewaarborgd loon) is een verrichting die gevraagd en vergoed wordt door de verzekeringsmaatschappij. Het is dan ook raadzaam dat de behandelend arts deze opdracht niet aanvaardt.
4- Wanneer de arts gemandateerd wordt door een andere partij (private verzekeringsmaatschappij) dan de persoon wiens gezondheidstoestand beoordeeld wordt, bezorgt de te onderzoeken persoon hem de stukken nodig voor de expertiseopdracht (eventueel via zijn bijstandsarts of zijn advocaat).
De raadgevend arts die belast is met een expertiseopdracht mag zich via de netwerken geen rechtstreekse inzage verschaffen in de gezondheidsgegevens van een persoon die hij moet onderzoeken.
Op vraag van de persoon wiens gezondheidstoestand beoordeeld wordt geeft zijn behandelend arts zelf de medische gegevens door aan de arts belast met de evaluatieopdracht. De behandelend arts heeft vooraf aan zijn patiënt meegedeeld welke informatie gevraagd werd door de arts belast met de evaluatie en heeft de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt verkregen voor het doorgeven van zijn gezondheidsgegevens.
De medische deontologie verbiedt om de rol van zorgverlener met een therapeutische relatie en de beoordeling van de gezondheidstoestand van een zelfde patiënt tegelijk uit te voeren wanneer deze aanvraag uitgaat van een derde.
De grondslag van de therapeutische relatie is het vertrouwen. Door de vertrouwelijke mededelingen van zijn patiënt en de inlichtingen vernomen tijdens de therapeutische relatie te gebruiken voor een beoordeling in opdracht van een derde, beschaamt de arts dit vertrouwen(3).
5- De arts-gerechtsdeskundige aangesteld door de rechtbank, ontvangt de stukken die de betrokken partijen overleggen. Hoewel de vragende partij haar schade dient te bewijzen, behoudt ze de vrije beoordeling van de stukken die ze hiervoor aanwendt.
De persoon op wiens gezondheidstoestand de expertise betrekking heeft, kan aan de expert toestemming geven om bij de met naam aangewezen derden (al dan niet artsen) de objectieve medische gegevens te verzamelen die rechtstreeks verband houden met het precieze doel van de expertise.
Het schriftelijke akkoord van de patiënt en de beschikking van de rechter die de opdracht van de deskundige preciseert dienen gericht te worden aan de derde aan wie gevraagd wordt stukken door te geven(5).
Indien er beslag gelegd wordt op het medisch dossier, kan de verzoekende overheid, indien ze het nuttig acht, de arts-gerechtsdeskundige toelaten het te raadplegen. In dit geval is de toestemming van de betrokken persoon niet vereist.
6- In de actualiteit wordt opnieuw melding gemaakt van onwettige inzage in elektronische medische dossiers door artsen.
De nationale raad vestigt de aandacht op de artikelen 43 en 44 van de Code van medische deontologie 2018 en de commentaar erbij.
Indien een arts persoonsgegevens betreffende de gezondheid in een medisch dossier wenst in te kijken, is de toestemming van de patiënt of van de wet vereist. Indien deze ontbreekt, wordt de persoonlijke levenssfeer van de patiënt geschonden.
Bovendien voorziet het Strafwetboek in straffen voor diegene die zich toegang verschaft tot een informaticasysteem terwijl hij weet dat hij daartoe niet gerechtigd is (art. 550bis van het Strafwetboek).
De inzage in gezondheidsgegevens van de patiënt via het elektronische netwerk is voorbehouden aan de gezondheidswerkers die een therapeutische relatie hebben met de patiënt(6).
De verantwoordelijken van de ziekenhuisinstellingen en de beheerders van de elektronische netwerken dienen alle preventie- en controlemaatregelen te nemen om de persoonsgegevens te beschermen tegen elke niet-toegelaten inzage en verdere verwerking ervan.
De veralgemening van de mogelijkheid voor de patiënt om te zien wie zijn dossier ingekeken heeft, is een positieve maatregel met name omdat ze bijdraagt tot deze doelstelling.
De Orde der artsen staat tot beschikking van haar leden om hun vragen te beantwoorden over goede praktijkvoering op dit gebied en ten dienste van de gemeenschap via haar tuchtbevoegdheid.
(1)
- controlearts: een arts die controlegeneeskunde verricht. Hieronder wordt verstaan de medische activiteit die door een arts wordt verricht in opdracht van een werkgever om de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van een werknemer te controleren (art. 2 van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde);
- arts-scheidsrechter: een arts die optreedt als scheidsrechter in de scheidsrechterlijke procedure bepaald in artikel 31 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
- adviserend arts van een verzekeringsinstelling: een arts die als opdracht heeft (art. 153 en 164 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 en koninklijk besluit nr. 35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en het barema van de adviserend geneesheren die tot taak hebben bij de verzekeringsinstellingen in te staan voor de geneeskundige controle op de primaire arbeidsongeschiktheid en op de gezondheidszorgverstrekkingen overeenkomstig de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994):
a. de sociaal verzekerden advies, informatie en sociale begeleiding te verlenen, teneinde ervoor te zorgen dat hen de meest geschikte verzorging en behandeling tegen de beste prijs wordt verleend, rekening houdende met de globale middelen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
b. de zorgverleners te informeren, teneinde de correcte toepassing van de reglementering betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging voor hen te verduidelijken, door toe te zien op het optimale gebruik van de middelen van deze verzekering;
c.de arbeidsongeschiktheid te controleren;
d. de geneeskundige verstrekkingen te controleren.
- adviserend arts van Medex: een arts die optreedt in het kader van de opdrachten van het Bestuur van de medische expertise (koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk en koninklijk besluit van 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van sommige personeelsleden van overheidsdiensten of overheidsinstellingen van de lokale sector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk);
- raadgevend arts van een private verzekeringsmaatschappij;
- arts-ambtenaar: een arts door de wet belast met het uitvoeren van een opdracht van openbaar belang;
- arts-gerechtelijk deskundige: een arts ingeschreven in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen (art. 991ter van het Gerechtelijk Wetboek) of aangewezen door de gerechtelijke overheid op basis van artikel 991decies van het Gerechtelijk Wetboek;
- arts-deskundige bij het Fonds voor medische ongevallen bedoeld in artikel 17 van de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg.
Deze lijst bevat niet alle artsen die ertoe gebracht kunnen worden de gezondheidstoestand in opdracht van een derde te beoordelen.
(2) Cf. Punt 4.2. van de nota betreffende de elektronische bewijsmiddelen van een therapeutische relatie en van een zorgrelatie, goedgekeurd door de afdeling Gezondheid van het Sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid in haar beraadslaging nr. 11/088 van 18 oktober 2011, gewijzigd door de kamer sociale zekerheid en gezondheid van het Informatieveiligheidscomité op 21 juni 2016, p. 6
(3) Commentaar bij artikel 43 van de Code van medische deontologie
(4) Advies van de nationale raad van 7 februari 2015, Ontwerp met het oog op het ontvangen van alle informatie met betrekking tot een schadegeval, in het kader van een gerechtelijke expertise, Tijdschrift van de nationale raad nr. 148
Advies van de nationale raad van 24 maart 2012, "Inzage in het medisch dossier door een wetsdokter", Tijdschrift van de nationale raad nr. 137
(5) Advies van de nationale raad van 28 mei 2011, "Inzage in het medisch dossier door een wetsdokter", Tijdschrift van de nationale raad nr. 134
(6) Cf. Punt 4.2. van de nota betreffende de elektronische bewijsmiddelen van een therapeutische relatie en van een zorgrelatie, goedgekeurd door de afdeling Gezondheid van het Sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid in haar beraadslaging nr. 11/088 van 18 oktober 2011, gewijzigd door de kamer sociale zekerheid en gezondheid van het Informatieveiligheidscomité op 21 juni 2016, p. 6
Zie ook het advies van de nationale raad van 21 september 2019, "Raadplegen van medische dossiers via de telematicamiddelen in een ziekenhuis door een arts zonder de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt", Tijdschrift van de Nationale Raad nr. 166