Resultaten
Resultaten
Transfer van een arts in opleiding naar een andere provinciale raad
De vraag wordt gesteld of assistenten verplicht zijn van provinciale raad te veranderen indien ze hun opleiding voortzetten in een andere provincie.
Advies van de Nationale Raad :
In zijn vergadering van 18 september 2010 beëindigde de Nationale Raad van de Orde van geneesheren de bespreking van uw vraag of assistenten nog steeds verplicht zijn van provinciale raad te veranderen indien ze hun opleiding voortzetten in een andere provincie.
De Nationale Raad blijft bij zijn principieel standpunt dat een arts ingeschreven dient te zijn op de Lijst van de Orde van de provincie waar de voornaamste bedrijvigheid wordt uitgeoefend.
In dit verband verwijst de Nationale Raad echter naar zijn advies van 24 oktober 1998 (als bijlage).
Daar sinds 2006 het visum centraal door de FOD Volksgezondheid bij het afstuderen van de artsen wordt afgeleverd en geldig is in heel België, gaat de Nationale Raad akkoord - zoals dit het geval was tot 1998 - dat bij een tijdelijke mutatie van artsen in opleiding naar een andere provincie, en dit voor een periode van maximum 12 maanden, geen verplichting tot overschakeling naar de provinciale raad van de Orde van die andere provincie wordt opgelegd.
Bijlage : advies van 24 oktober 1998.
Inschrijving op de Lijst van een arts, niet-Europees onderdaan, met een Europees diploma
Een provinciale raad legt een inschrijvingsdossier voor van een arts, niet-Europees onderdaan, met een Europees diploma. Bij controle van de dossierstukken blijkt dat de Provinciale Geneeskundige Commissie het door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap afgeleverde gelijkwaardigheidsdocument viseerde in plaats van het, in dit dossier ontbrekende, Koninklijk besluit dat de arts toelaat de geneeskunde in België uit te oefenen.
De provinciale raad vraagt nu of hij tot inschrijving van deze arts kan overgaan aangezien formeel is voldaan aan artikel 21, §1, van het KB van 6 februari 1970 tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der geneesheren (1) dan wel of de inschrijving omwille van de genoemde tekortkoming moet worden uitgesteld.
Brief van de Nationale Raad aan mevrouw M. AELVOET, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :
De Nationale Raad van de Orde der geneesheren stelt vast dat het soms misloopt met de toekenning van het recht de geneeskunde in België uit te oefenen aan buitenlandse artsen, andere dan Europese onderdanen.
Artikel 49bis van het K.B. nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies handelt over deze artsen en stelt onder meer dat zij in België "hun beroep pas kunnen uitoefenen nadat zij hiertoe door de Koning toegelaten werden en nadat zij bovendien de andere voorwaarden voor het uitoefenen van hun beroep, vermeld in dit besluit, vervuld hebben".
Om misverstanden te voorkomen zou het goed zijn dat de Provinciale Geneeskundige Commissies aan deze artsen slechts een visum zouden verstrekken nadat ook de toelating van de Koning werd voorgelegd. Het gebeurt immers dat deze artsen zich met een visum van de Provinciale Geneeskundige Commissie voor inschrijving bij een provinciale raad aanmelden zonder dat zij de hogervermelde toelating hebben.
Kopie van deze brief wordt overgemaakt aan de provinciale raad die de vraag aan de Nationale Raad voorlegde.
(1) KB van 6 februari 1970, BS van 14 februari 1970.
Art. 21, § 1 :De aanvraag tot inschrijving op de Lijst van de Orde wordt gericht aan de voorzitter van de provinciale raad van de woonplaats van de aanvrager.
Volgende stukken worden bij deze aanvraag gevoegd :
1. Het wettelijk of ermede gelijkgesteld diploma van doctor in de genees-, heel en verloskunde of het bewijs van vrijstelling, door de bevoegde geneeskundige commissie geviseerd.
2. Een verklaring van de aanvrager waarin hij de plaats aanduidt waar hij zijn voornaamste bedrijvigheid uitoefent of zal uitoefenen.
3. Een getuigschrift van goed zedelijk gedrag dat van niet meer dan drie maanden terug gedagtekend is.