keyboard_arrow_right
Deontologie

Arbeidsbescherming - Beschermde werkplaatsen

Arbeidsbescherming ‑ Beschermde werkplaatsen

Pleegt een arbeidsgeneesheer inbreuk op art. 27 van de Code van geneeskundige Plichtenleer (vrije keuze van een geneesheer door de patiënt), indien hij, op verzoek van het bestuur van de beschermde werkplaats (sociale reclassering van de minder‑ validen), alle werknemers onderzoekt terwijl elke wettelijke grond hiervoor ontbreekt ?
De arbeidsgeneesheer die deze vraag voorlegt aan zijn Provinciale Raad, vestigt de aandacht op het ontbreken van uitvoeringsbesluiten inzake het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming in het bijzonder kader van de minder‑valide werknemers.

De Provinciale Raad is in zijn ontwerp‑antwoord de mening toegedaan "dat een arbeidsgeneesheer geen inbreuk pleegt op de Code van geneeskundige Plichtenleer door alle minder‑valide werknemers in een beschutte werkplaats periodisch te onderzoeken, tenzij in concreto misbruiken zouden blijken te bestaan".

Nadat de Raad kennis genomen heeft van een door een raadslid opgestelde nota met betrekking tot het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, brengt hij het volgend advies uit:

Een geneesheer‑arbeidsinspecteur moet toezicht houden op de naleving van bepaalde artikelen van de sociale wetgeving, o.a. bepalingen van het ARAB, zoals de voogdij over de werking van de arbeidsgeneeskundige diensten.

De wetgeving sluit in (art. 124 ARAB) dat sommige werknemers zich aan de verplichte arbeidsgeneeskundige onderzoeken dienen te onderwerpen. Zoniet is er een inbreuk op de arbeidsovereenkomst.

In beschermde werkplaatsen, wordt iedere werknemer aan deze verplichte onderzoeken onderworpen, zodat een restriktieve interpretatie onmogelijk is.

De Nationale Raad meent dat Uw antwoord juist is en aangenomen kan worden.