Geneeskundig getuigschrift te voegen bij de aanvraag van een arbeidsvergunning
In zijn vergadering van 17 juni 2000 besprak de Nationale Raad de problematiek van het geneeskundig getuigschrift dat bij de aanvraag van een arbeidsvergunning dient gevoegd te worden (cf. de adviesaanvragen van de Provinciale Raad van Antwerpen d.d. 23 februari 1990 en 25 mei 1994).
De Nationale Raad doet de Provinciale Raad een door hem onderschreven nota van de studiedienst over deze problematiek geworden.
Nota van de studiedienst
Betreft : geneeskundig getuigschrift dat bij de aanvraag van een arbeidsvergunning dient gevoegd te worden.
Inleiding
Voor de tewerkstelling in België van bepaalde categorieën buitenlandse werknemers dient de werkgever vooraf van de bevoegde overheid (d.i. doorgaans de gewestelijke dienst bevoegd voor tewerkstelling en immigratie) een arbeidsvergunning te verkrijgen (art. 4, § 1, wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers) en dient de buitenlandse werknemer te beschikken over een vooraf van de bevoegde overheid verkregen arbeidskaart (art. 5, al. 1, wet van 30 april 1999).
Uitzonderingen daargelaten, moet bij de aanvraag van een arbeidsvergunning voor een buitenlandse werknemer die voor de eerste keer in België tewerkgesteld wordt een geneeskundig getuigschrift gevoegd worden waarin verklaard wordt dat niets erop wijst dat de betrokken werknemer, omwille van zijn gezondheidstoestand, in de nabije toekomst arbeidsongeschikt zal worden (art. 14 KB 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers).
Probleemstelling
Bovenstaande wettelijke bepalingen zijn van kracht sinds 1 juli 1999.
Vóór deze datum was de verplichting om bij de aanvraag van een arbeidsvergunning een geneeskundig getuigschrift te voegen terug te vinden in art. 2 van het KB van 6 november 1967 betreffende de voorwaarden van toekenning en intrekking van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten voor werknemers van vreemde nationaliteit.
In dit artikel werd bepaald dat uit het geneeskundig getuigschrift moest blijken dat niets erop wees dat de werknemer van vreemde nationaliteit ingevolge zijn gezondheidstoestand in een nabije toekomst arbeidsongeschikt zou worden (vgl. de huidige wettelijke bepaling) maar ook dat, quot;op grond van een algemeen onderzoek alsmede van een serologisch onderzoek en een radioscopie van de longen, hij door geen besmettelijke of overdraagbare ziekte was aangetast.quot;
Op basis van deze wettelijke bepaling werkten de inzake tewerkstelling en immigratie bevoegde gewestelijke diensten een model van geneeskundig getuigschrift uit waarvan de Nationale Raad
- op 23 februari 1990 in kennis werd gesteld door de PR Antwerpen;
- op 8 oktober 1990 door dr. X;
- op 7 februari 1997 door de Hoge Gezondheidsraad.
Een nagenoeg identiek model van geneeskundig getuigschrift werd gebruikt door bepaalde stedelijke administraties (zie bijvoorbeeld de stad Antwerpen - brief van de PR Antwerpen van 25 mei 1994).
Tegen dit model van geneeskundig getuigschrift werden verscheidene bezwaren geuit waarvan de belangrijkste als volgt kunnen samengevat worden:
- aan de hand van de op het formulier voorgeschreven medische onderzoeken (algemeen onderzoek, serologisch onderzoek en radioscopie van de longen) kan de arts niet concluderen of er al dan niet een besmettelijke of overdraagbare ziekte aanwezig is. Moet de arts dan, ongevraagd, het medisch onderzoek verruimen?
- het getuigschrift is uiteindelijk bestemd voor een administratie waar niet nader aangeduide ambtenaren kennis kunnen nemen van zeer vertrouwelijke inlichtingen. De overgemaakte medische informatie is onvoldoende beveiligd tegen een eventueel oneigenlijk gebruik ervan.
Oplossing
Deze bezwaren zijn door de Nationale Raad sinds 9 mei 1990 herhaaldelijk overgemaakt aan de opeenvolgende bevoegde ministers.
Op 2 april 1993 liet mevrouw M. SMET, toenmalig minister van Tewerkstelling en Arbeid, de Nationale Raad weten dat quot;na raadpleging van de Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde blijkt dat de opmerkingen van de Nationale Raad van de Orde der Geneesheren gegrond zijn. Het door de immigratiediensten van de Gewesten op dit ogenblik gebruikte geneeskundig getuigschrift bevat inderdaad gegevens aangaande de door de Geneesheer gestelde diagnose. Dit is in tegenspraak met het vertrouwelijk karakter van medische gegevens en het beroepsgeheim. Het is bijgevolg aangewezen de inhoud van het geneeskundig getuigschrift te wijzigen. De Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde stelt voor, […] de uitgevoerde onderzoeken niet meer te vermelden en enkel het advies van de geneesheer te weerhouden dat […] vermeldt of betrokkene al of niet voldoet aan de voorwaarden van toekenning van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten. Bij de globale herziening van het Koninklijk besluit van 6 november 1967 zal derhalve voorgesteld worden artikel 2 aangaande het geneeskundig getuigschrift in die zin te wijzigen. Op grond van het voorafgaande zullen tezelfdertijd de drie Gewestministers in kennis gesteld worden van de noodzaak de door hun immigratiediensten gebruikte geneeskundige getuigschriften eventueel aan te passen.quot;
Uiteindelijk werd art. 2 van het K.B. van 6 november 1967 vervangen door art. 14 van het KB van 9 juni 1999. Zoals gezegd is in dit artikel alleen nog sprake van een afwezigheid van aanwijzingen dat de buitenlandse werknemer in de nabije toekomst om gezondheidsredenen arbeidsongeschikt zal worden en wordt geen melding meer gemaakt van de (resultaten van) medische onderzoeken.
Als bijlage bij deze nota vindt u de modellen van geneeskundige getuigschriften zoals die momenteel gebruikt worden. In overeenstemming met de nieuwe wettelijke bepalingen dient de arts slechts te attesteren dat hij de betrokken buitenlandse werknemer onderzocht heeft en dat niets erop wijst dat hij wegens zijn gezondheidstoestand in de nabije toekomst arbeidsongeschikt zal worden.
Machteld Van Lil
6 juni 2000