Geneeskundige verzorging op het werk
Naar aanleiding van verschillende problemen met huisartsen vraagt een arbeidsgeneesheer of huisartsen die opgeroepen worden voor verzorging van patiënten die onwel worden op het werk verplicht zijn zich te verplaatsen dan wel mogen voorstellen de patiënten naar hun spreekkamer te brengen of een beroep te doen op de dienst 100.
Advies van de Nationale Raad :
Uw brief van 28 december 1994 heeft betrekking op de keuze van de arts bij oproepen voor verzorging van de personeelsleden van een onderneming die onwel worden op het werk. Het gaat noch over de continuïteit van de verzorging van de arbeidsgeneesheer (art. 104 tot 112 van de Code van geneeskundige Plichtenleer) noch over arbeidsongevallen.
De personeelsleden van een onderneming zijn vrij in de keuze van de arts (art. 27-28 van de Code van geneeskundige Plichtenleer) : het is wenselijk hun aan te raden hun behandelend arts te raadplegen. Behalve in uitzonderlijke situaties onderzoekt de vrij gekozen arts zijn patiënt in zijn praktijkruimte (of bij de patiënt thuis). Hij maakt van de verpleeglokalen van de onderneming alleen gebruik in geval van nood (art. 28 van de Code van geneeskundige Plichtenleer) en wanneer de patiënt zich daar bevindt.
In dringende gevallen (art.113-118 van de Code van geneeskundige Plichtenleer) doet de patiënt eventueel een beroep op de medische wachtdienst.
De onderneming kan met de medische ploeg die instaat voor de plaatselijke wachtdienst een overeenkomst opstellen om de betrekkingen in dringende gevallen te vergemakkelijken.