keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Geneeskunde (Arbeids-)18/02/1989 Documentcode: a044016
report_problem Dit advies is achterhaald : zie advies d.d. 28.06.2008 (a121010).
Arbeidsgeneeskunde - Automatisering

Arbeidsgeneeskunde ‑ Automatisering

Een provinciale raad wordt door een arbeidsgeneesheer om advies verzocht aangaande de automatisering van arbeidsgeneeskundige dossiers en de bescherming van het medisch beroepsgeheim.

De arbeidsgeneesheer wenst een antwoord op volgende vragen:

    • mogen vertrouwelijke en persoonlijke medische gegevens uit het arbeidsgeneeskundig dossier langs telecommunicatielijnen worden verzonden tussen bijv. een PC en een centrale computer ?
    • onder welke voorwaarden mag dit gebeuren ?
    • mag dit transport grensoverschrijdend zijn, bijv. van België naar Nederland ?
  1. mag het gecomputeriseerd arbeidsgeneeskundige dossier (met persoonlijke medische gegevens) in een computer worden opgeslagen in een ander land ?

De computer moet worden voorzien van de nodige beveiligingen om het medisch beroepsgeheim te waarborgen. De raad schijnt er geen bezwaren tegen te hebben dat arbeidsgeneesheren dossiers aan elkaar overmaken en daartoe gebruik maken van een centrale computer voor zover het althans arbeidsgeneesheren van eenzelfde bedrijf betreft.

Het automatiseren van dossiers met het oog op bijv. een epidemiologische studie, is evenmin verboden op voorwaarde dat de anonimiteit wordt gerespecteerd. In dat verband wordt gerefereerd aan artikel 109 van de Code van geneeskundige Plichtenleer(1).

Het Bureau wordt ermee gelast voor de volgende vergadering een ontwerp‑advies voor te bereiden.

(1) Art. 109: De geneesheer van een centrum of een instelling voor preventieve geneeskunde mag slechts met de goedkeuring van de betrokken persoon en met inachtneming van het beroepsgeheim, een medisch dossier overmaken aan een verantwoordelijke practicus van een nader centrum voor preventieve geneeskunde.

Geneeskunde (Arbeids-)07/05/1988 Documentcode: a041006
Bescherming van de werknemers - Medisch geheim

Bescherming van de werknemers ‑ Medisch geheim

De Nationale Raad wordt in deze aangelegenheid om advies verzocht door de directeur‑generaal van de "Service Médical Interentreprises".

Het koninklijk besluit van 20 november 1987 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 november 1987 bevat nieuwe bepalingen betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's verbonden aan blootstelling aan chemische, fysische en biologische agentia. Bij artikel 103, septies/2, wordt een mogelijke kennisneming voorgeschreven voor de werknemers en/of voor de leden van het Comité voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen van de resultaten van de metingen aangaande de blootstelling en van de anonieme groepsresultaten van de biologische tests die het verband met de blootstelling aantonen. Druist deze vereiste niet in tegen de Code van geneeskundige Plichtenleer en meer in het bijzonder, tegen de bepalingen inzake de medische zwijgplicht ?

Het Comité voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen is samengesteld uit een voorzitter, aangesteld door de bedrijfsdirectie, werkgeversafgevaardigden, vakbondsafgevaardigden, het hoofd van de veiligheid en de bedrijfsarts.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat deze nieuwe beschikkingen een bijkomende garantie vormen voor de werknemers en geen aanleiding geven tot bezwaren van deontologische aard.

Geneeskunde (Arbeids-)16/06/1979 Documentcode: a027023
Arbeidsgeneesheer en beroepsgeheim

Mag een arbeidsgeneesheer bij een aanwervingsonderzoek, de kandidaat verzoeken een brief te ondertekenen waardoor hij gemachtigd wordt de behandelende geneesheer om medische inlichtingen te vragen ?

In zijn vergadering van 16 juni 1979, heeft de Nationale raad volgend antwoord geformuleerd:

Naar aanleiding van Uw brief van 26 april 1979 betreffende Uw advies inzake het beroepsgeheim als gevolg van het schrijven van 4 april 1979 van Dr. D.G., heb ik de eer U het advies van de Nationale raad mede te delen.

De Nationale raad is van oordeel dat een onderscheid dient te worden gemaakt tussen een aanwervingsonderzoek en het onderzoek door de arbeidsgeneesheer in het kader van diens preventieve opdracht.

Bij een aanwerving handelt de arts, of hij nu al dan niet arbeidsgeneesheer is, steeds als deskundige in opdracht van de werkgever en is artikel 129 van de Code van Plichtenleer van toepassing. De arts die met het oog op een aanwerving, de geschiktheid van de kandidaat onderzoekt, mag diens behandelende geneesheer niet om medische inlichtingen verzoeken.

De behandelende geneesheer mag, op verzoek van een ongeschikt verklaarde kandidaat met de arts, die belast is met het onderzoek, in kontakt treden indien hij dat nuttig oordeelt.

De aanwervingsarts mag tijdens het medisch onderzoek de kandidaat verzoeken een vragenlijst in te vullen om de anamnese te vergemakkelijken.

In het kader van de arbeidsgeneeskunde daarentegen, mag de geneesheer, die reeds tewerkgestelde arbeiders of bedienden onderzoekt, in toepassing van artikel 106 van de Code van Plichtenleer, en met de toestemming van de betrokkene, eventueel aan de behandelende geneesheer medische inlichtingen vragen.