Cutireactie. Solomides therapie
Cutireactie, Solomides therapie
De Nationale raad werd door een provinciale raad om advies verzocht in verband met de RTBF uitzendingen «Autant savoir» en «Zone verte», waarin door een aantal geneesheren het nut van de cutireactie betwist werd en zelfs als schadelijk werd afgeschilderd.
Tijdens deze uitzendingen verklaarden deze geneesherenhomeopaten zich tevens voorstander van het invoeren in België van de Solomides therapieën voor kankerbehandeling.
Nadat beide punten tijdens de vergadering van 20 oktober 1979 uitgebreid besproken werden, formuleerde de Raad het volgende advies:
Naar aanleiding van Uw schrijven van 24 september 1979 aangaande de RTBF uitzendingen waarin geneesheren homeopaten het nut van de cutireactie in twijfel trokken enerzijds, en het invoeren in België van de Solomides therapieën anderzijds, heb ik de eer U mede te delen dat de Nationale raad terzake de volgende adviezen heeft uitgebracht:
De Nationale raad is van oordeel dat voor wat de RTBF uitzendingen i.v.m. de cutireactie betreft, Uw Raad desgevallend artikel 16 van de Code van geneeskundige Plichtenleer (*) kan doen toepassen.
Voor wat de Solomides therapieën betreffen, is de Nationale raad van mening dat de geneesheren homeopaten zich moeten houden aan de voorschriften van artikelen 35 en 36 van de Code (*) en Uw Raad eventueel artikel 11 van het K.B. nr 78 van 10 november 1967 kan toepassen.
(*) Art. 16: De geneesheren mogen deelnemen aan medische voorlichtingscampagnes, aan radio of televisie uitzendingen bestemd voor de volksopleiding en spreekbeurten houden, op voorwaarde dat ze de regels van bescheidenheid, waardigheid, kiesheid en omzichtigheid die eigen zijn aan het medisch beroep eerbiedigen, dat zij, in het algemeen, naamloos optreden en dat zij geen enkele reklame maken voor hun privé praktijk of voor bepaalde instellingen.
De geneesheer zal de provinciale raad waartoe hij behoort inlichten over zijn medewerking aan radio of televisie uitzendingen.
Art. 35: Behalve in geval van overmacht, mag de geneesheer zijn beroep enkel uitoefenen onder voorwaarden die de kwaliteit van de zorgen en van de medische behandeling niet in het gedrang brengen.
Hij moet vermijden zijn bevoegdheid te overschrijden.
Art. 36: De geneesheer beschikt over de diagnostische en therapeutische vrijheid.