Het screenen van leerlingen op druggebruik door een Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB)
Een arts vraagt aan de Nationale Raad zijn advies van 21 juni 2003 te verduidelijken waarin wordt gesteld dat het screenen van leerlingen op druggebruik geen taak is van de CLB-arts (Tijdschrift Nationale Raad nr. 101, september 2003, p. 5).
Advies van de Nationale Raad :
De Nationale Raad is het met u eens dat de CLB-arts een preventieve opdracht heeft zoals vermeld in het Decreet van de Vlaamse Raad van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding.
Het advies van 21 juni 2003 stelt duidelijk dat het de taak is van het CLB-team om leerlingen preventief te informeren omtrent de algemene problematiek van druggebruik, en dat een leerlingspecifiek pedagogisch contract kan worden afgesloten tussen de school, de leerling en eventueel de ouders. Hierin zijn begeleiding, opvolging en ondersteuning de voornaamste doelwitten.
De Nationale Raad is van mening dat het niet tot de preventieve opdracht van de CLB-arts behoort om leerlingen op druggebruik te screenen. Inderdaad, het screenen op druggebruik dient gezien te worden in het kader van de ordehandhaving en in het kader van de controle op de naleving van de wetgeving, en is dus een politionele taak.
De CLB-arts kan desgevallend wel, met uitdrukkelijke instemming van de leerling, in het kader van een leerlingspecifiek pedagogisch project, bij leerlingen bij wie via welke weg ook druggebruik wordt vastgesteld en met instemming van de school, een urinetest verrichten en aldus deze controlerende taak op zich nemen.
Volgens de omstandigheden komt het de CLB-arts toe te oordelen over de opportuniteit de ouders te betrekken bij deze beslissing.