keyboard_arrow_right
Deontologie

NWK - Mandaat van een geneesheer

De Nationale Raad wordt om advies verzocht in verband met «de inhoud van het mandaat van de geneesheer werkzaam in de raadplegingen van het Werk voor Kinderwelzijn» en in verband met de curriculum vitae kaart die aan sollicanten wordt overgemaakt.

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 8 mei 1982 deze documenten nader onderzocht en aan de Voorzitters van de provinciale raden volgend schrijven gericht:

Bijgaand vindt U een fotocopie van het document van het NWK over het mandaat van de geneesheer in de raadplegingen van het Werk voor Kinderwelzijn evenals een type curriculum vitae.

De Nationale Raad is de mening toegedaan dat de geneesheren krachtens artikel 167 van de Code van geneeskundige Plichtenleer hun overeenkomsten met het NWK aan de Provinciale Raad moeten voorleggen en zij in voorkomend geval, per analogie met artikel 170 een medische Raad moeten oprichten. (1)

De Nationale Raad verzoekt U beleefd de op de lijst van Uw provincie ingeschreven geneesheren daarvan te willen verwittigen.

(1) Art. 167: Elk statuut of contract en elke wijziging van een bestaand statuut of contract moet vooraf worden voorgelegd aan de provinciale raad waartoe de geneesheren behoren, evenals het huishoudelijk reglement of de dokumenten waarnaar in het contract wordt verwezen.

De provinciale raad zal binnen de drie maanden onderzoeken of de statutaire, contractuele of reglementaire bepalingen overeenstemmen met de beginselen van de geneeskundige plichtenleer.

Art. 170: De geneesheren die werkzaam zijn in een verzorgingsinstelling, moeten er voor waken dat een medische raad wordt opgericht, die wordt gekozen uit en door de beoefenaars van de geneeskunde, die bij de werking van de instelling zijn betrokken.