keyboard_arrow_right
Deontologie

De verkoop door een arts van producten die geen geneesmiddelen zijn.

In zijn vergadering van 25 april 2025 heeft de nationale raad van de Orde der artsen onderzocht of een arts schoonheids- en gezondheidsproducten mag verkopen die geen geneesmiddelen of medische hulpmiddelen zijn.

De nationale raad wijst erop dat de arts zich in het kader van de zorgrelatie uitsluitend beperkt tot de uitoefening van de geneeskunde zoals ze geregeld is door de wet en de medische deontologie. Het verkopen van om het even welke producten hoort hier niet thuis.

Buiten zijn medische activiteit staat het de arts vrij om andere professionele projecten te ontwikkelen.

Hij handhaaft een strikte scheiding tussen zijn medische en niet-medische activiteiten, zodat er bij zijn patiënten en derden geenszins verwarring ontstaat over de activiteiten die niet onder de geneeskunst vallen.

De arts handelt zodanig dat er geen twijfel ontstaat over zijn professionele onafhankelijkheid en over het feit dat de therapeutische indicatie en de zorg die hij voorstelt ingegeven zijn door de gezondheid van de patiënt en niet door het streven naar persoonlijk gewin.

Wat betreft geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, verwijst de nationale raad naar artikel 34 van de Code van medische deontologie en het bijbehorende commentaar.