keyboard_arrow_right
Deontologie

Geïntegreerde gezondheidsverenigingen

Het Belgisch Staatsblad van 27 mei 1993 publiceert een Decreet van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan geïntegreerde gezondheidsverenigingen.
Het gaat om verenigingen in de vorm van een v.z.w. die verschillende basiszorgdisciplines integreren in een ploegwerk. Zij zijn samengesteld uit algemeen geneeskundigen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, een dienst voor onthaal en secretariaat.
Sommige prestaties van deze v.z.w.'s vallen onder de geneeskunde en onder de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
De voorzitter van de Chambre syndicale des médecins de l'agglomération bruxelloise vraagt wat de mening is van de Nationale Raad aangaande het deontologische aspect van een dergelijke handelwijze. Ieder initiatief van de vakbondsorganisaties ter bevordering van dit soort activiteiten is namelijk ondergeschikt aan het advies van de Orde.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren heeft in zijn vergadering van 18 september 1993 kennis genomen van uw brief van 7 juni 1993, betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan geïntegreerde gezondheidsverenigingen .

Geïntegreerde gezondheidsverenigingen, opgericht in de vorm van een V.Z.W., waarvan sprake in het Decreet van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 - gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 mei 1993 -, zouden erkend kunnen worden door de Executieve van de Raad van de Franse Gemeenschap mits zij de verschillende basiszorgdisciplines integreren in een ploegwerk.

Het betreft een verenigingsvorm tussen geneesheren en niet geneesheren.

Op voorwaarde dat de deontologische regels nageleefd worden, meer bepaald aangaande het medisch geheim, de collegialiteit, vertrouwelijkheid, eigendom en inning van de honoraria, ziet de Nationale Raad geen deontologische bezwaren.

Er zou verwezen kunnen worden naar de verschillende artikelen van de Code, in het bijzonder naar de artikelen 72, 73, 77, 80, 81, 82, 83, 84, 100, 101, 177, 181, 182.

Wel is het belangrijk zich ervan te vergewissen dat de toelage die aan deze verenigingsvorm toegekend zou worden in geval van erkenning door de Franse Gemeenschap, voor de geneesheer niet neerkomt op een verborgen vorm van bijkomende honoraria, die aanleiding kunnen geven tot een of andere vorm van antideontologische concurrentie (zie artikel 175 van de Code van geneeskundige Plichtenleer).

De voorwaarden waaronder de geneesheer zijn beroep dient uit te oefenen binnen de vereniging, moeten opgenomen worden in de statuten en reglementen die, zoals iedere andere overeenkomst, vóór ondertekening ervan door de geneesheer ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan zijn provinciale raad.