Ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de ONE en de artsen
De voorzitter van de Office de la Naissance et de l'Enfance (ONE) vraagt het advies van de Nationale Raad betreffende het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de ONE en de artsen die meewerken aan de consultaties voor kinderen en aan de gezondheidsbusrondes.
Advies van de Nationale Raad :
Het ontwerp kadert in een hervorming van de consultaties van de ONE. Deze hervorming, die voorbereid werd in overleg met de artsenvertegenwoordigers, heeft het voorwerp uitgemaakt van een voorontwerp van besluit van de Franse Gemeenschapsregering van België. Dit voorontwerp werd door de raad van bestuur van de ONE goedgekeurd op 06/06/2003 en dient nog voorgelegd te worden aan de Franse Gemeenschapsregering van België.
In het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst wordt verwezen naar verschillende teksten die uitgewerkt zijn maar nog omgezet dienen te worden in besluiten van de Franse Gemeenschapsregering van België. De Nationale Raad van de Orde besprak het ontwerp in de veronderstelling van de totstandkoming van deze besluiten, in het bijzonder het besluit houdende hervorming van de consultaties voor kinderen en het besluit tot vaststelling van het organiek reglement van de ONE.
De aandacht van de leden van de Nationale Raad ging in het bijzonder uit naar de twee volgende punten : opzegging van de overeenkomst wegens grove fout en schorsing om geneeskundige reden.
De grove fout, die gedefinieerd wordt als een nalatigheid die zo erg is dat de overeenkomst niet langer voortgezet kan worden, zelfs niet tijdens de opzeggingsperiode, wordt uitgesproken nadat de arts gehoord werd door het subregionale geneeskundige college. Dit orgaan is een door het organiek reglement van de ONE opgericht orgaan. Het is samengesteld uit artsen die door de raad van bestuur aangewezen worden onder de artsen die prestaties verrichten voor de ONE en onder artsen die ervaren zijn in de geneeskundige praktijkvoering die verband houdt met de opdrachten van de ONE. De Nationale Raad van de Orde beklemtoont dat het belangrijk is dat in het subregionale geneeskundige college artsen aanwezig zijn die gekozen worden op grond van hun ervaring zonder dat zij prestaties verrichten voor de ONE. Hun aanwezigheid lijkt ons onontbeerlijk om de noodzakelijke objectiviteit te waarborgen en belangenconflicten te vermijden.
Wanneer de raad van bestuur van de ONE beslist de overeenkomst van de arts op te zeggen wegens grove fout kan deze laatste hoger beroep instellen voor de wetenschappelijke raad. Deze is samengesteld uit artsen en niet-artsen. De leden van de Nationale Raad beoordeelden de inhoud van de artikelen 29 en 30 van het organiek reglement van 03/03/2003 waarin gepreciseerd wordt dat de leden van de wetenschappelijke raad die arts zijn in college bijeenkomen wanneer zij dienen op te treden in het kader van de hun bij deze artikelen toevertrouwde opdrachten. Een van deze opdrachten bestaat erin advies uit te brengen aan de raad van bestuur bij een geschil betreffende de uitvoering van een overeenkomst die een arts bindt aan de ONE.
Daar het gaat over een college dat tot taak heeft advies uit te brengen over de geneeskundige praktijkvoering appreciëren we het dat de arts met betrekking tot zijn geneeskundige praktijkvoering beoordeeld wordt door gelijken.
Artikel 3, § 2, handelt over de schorsing om geneeskundige reden. Deze beslissing wordt door de raad van bestuur genomen op grond van de gegevens die hem verstrekt worden door het subregionale geneeskundige college en, in geval van hoger beroep, door de wetenschappelijke raad. Wij gaan akkoord met de in dit artikel voorgestelde modaliteiten, maar stellen voor de vorm ervan enigszins te wijzigen om de doelstelling duidelijk te formuleren. Het artikel in kwestie zou verwoord kunnen worden als volgt : “Indien de arts om geneeskundige redenen ongeschikt wordt om zijn functie bij de ONE uit te oefenen, kan de geneeskundig adviseur, bij dringende noodzaak, de betrokkene preventief van al zijn functies bij de ONE ontheffen in afwachting van het verloop van de procedure.”
De Nationale Raad van de Orde van geneesheren meent dat het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de ONE en de arts beslist een positief gegeven is om het statuut van deze artsen te verduidelijken. Wij gaan akkoord met het ontwerp zoals het ons door u werd voorgelegd, onder voorbehoud van de goedkeuring, door de Franse Gemeenschapsregering van België, van de teksten waarnaar het ontwerp verwijst.