Associatiecontract - Niet-concurrentiebeding
Associatiecontracten - Niet-concurrentiebeding
Een provinciale raad vraagt aan de Nationale Raad of het toegelaten is een niet-concurrentiebeding op te nemen in associatiecontracten tussen artsen. Moet een dergelijk beding, wanneer het toegelaten is, beperkt zijn in ruimte, tijd en afhan-kelijk van het beoefende specialisme ? Worden de vrije vestiging en het vrije verkeer van de beoefenaars van vrije beroepen niet gewaarborgd door de jurisprudentie van de EG ?
Advies van de Nationale Raad :
De Nationale Raad is van oordeel dat dergelijke clausule in principe deontologisch aanvaardbaar is, zowel in een associatie- of vennootschapscontract tussen artsen als in een arbeidsovereenkomst. Desgevallend zou het concurrentiebeding geformuleerd kunnen worden als een clausule van 'goede collegialiteit', in toepassing van de regel dat een arts zich niet mag vestigen in omstandigheden die indruisen tegen de medische deontologie, meer bepaald in omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven tot het onrechtmatig onttrekken van cliënteel aan een collega.
Wat de beoordeling van de deontologische aanvaardbaarheid van een welbepaald concurrentiebeding betreft, blijft de Nationale Raad van mening dat het uiteindelijk de provinciale raden zijn die zich hierover dienen uit te spreken, aangezien bij dergelijke beoordeling noodzakelijkerwijze rekening zal moeten gehouden worden met de lokale omstandigheden. De Nationale Raad acht het dan ook niet opportuun in deze materie algemene en uniforme richtlijnen voorop te stellen.
De principes van vrije vestiging en vrij verkeer van de beoefenaars van vrije beroepen waarnaar u in uw brief verwijst, houden niet in dat aan een arts die zich wenst te vestigen geen enkele beperking mag opgelegd worden maar wel dat ieder verschil in behandeling op het vlak van dienstverrichting en vestiging op grond van de nationaliteit van een arts, verboden is. Met andere woorden, de EG-Lidstaten mogen, in het algemeen, aan de onderdanen van een andere lidstaat geen beperkingen of geen bijzondere eisen opleggen indien zij die aan hun eigen onderdanen niet opleggen.