keyboard_arrow_right
Deontologie

Geneesherenassociaties

Door de Nationale Raad wordt een laatste hand gelegd aan de tekst die op de vergadering van 20 juni 1987 werd goedgekeurd met het oog op de vervanging van hoofdstuk IV van Titel IV van de Code van geneeskundige Plichtenleer.

Behoudens enkele wijzigingen, wordt de tekst unaniem goedgekeurd.

De tekst van bedoeld hoofdstuk die hieronder wordt gepubliceerd, werd naar alle provinciale raden en de raden van beroep gestuurd.

Art. 159


§ 1. Geneesheren die dezelfde of aanverwante disciplines uitoefenen kunnen zich associëren om de geneeskunde uit te oefenen.

Daartoe brengen zij hun medische activiteit of een gedeelte ervan in gemeenschap en poolen de daaruit voortvloeiende honoraria.

§ 2. De samenwerking moet worden vastgelegt in een schriftelijke overeenkomst of door de oprichting van een burgerlijke professionele vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid.

De vorm met rechtspersoonlijkheid is enkel mogelijk wanneer de volledige medische activiteit van de leden in gemeenschap wordt gebracht en alle daaruit voortvloeiende honoraria worden gepoold.

§ 3. De geneeskunde wordt uitsluitend door de geneesheren‑vennoten uitgeoefend en in geen geval door de vennootschap.

Art. 160

§ 1. Ongeacht hun discipline kunnen geneesheren zich associëren om de beroepsuitoefening voor ieder van hen te vergemakkelijken door de gemeenschappelijke inbreng van de vereiste middelen.

§ 2. De samenwerking moet worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst of door de oprichting van een middelenvennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid.

§ 3. De medische honoraria blijven volledig buiten de middelenvennootschap die totaal los staat van de beroepsuitoefening zelf.

Art. 161

§ 1. Elk ontwerp van overeenkomst, statuten en huishoudelijk reglement moet, evenals elk ontwerp van wijziging ervan, voorafgaandelijk door elke geneesheer ter goedkeuring worden voorgelegd aan zijn provinciale raad.

De provinciale raad oordeelt binnen vier maanden over de conformiteit van de voorgelegde stukken aan de medische deontologie.

§ 2. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement moeten de door de Code van geneeskundige Plichtenleer vereiste gegevens bevatten en dienen uitdrukkelijk de naleving van de deontologische gedragsregels te garanderen.

Art. 162

§ 1. De professionele aansprakelijkheid van elke geneesheer‑vennoot is onbeperkt, ongeacht het samenwerkingsverband.

§ 2. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement dienen de vrije artsenkeuze, de diagnostische en therapeutische vrijheid evenals het respecteren van het beroepsgeheim te waarborgen.

Het medisch geheim kan slechts worden gedeeld voor zover de zorgverlening dit vergt.

§ 3. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement moeten alle noodzakelijke maatregelen bevatten om elke vorm van commerciële exploitatie van de geneeskunde, van directe of indirecte collusie, dichotomie en overconsumptie te voorkomen.

Art. 163

§ 1. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze van berekening van de onkostenstaten van de geneesheren; voor de ingebrachte kapitalen mag enkel een normale intrest worden aangerekend.

In geval van een honorariumpool bepaalt het huishoudelijk reglement ook de verdeelsleutel en de werkverdeling. Dit alles wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen elke geneesheer en de vennootschap.

§ 2. De statuten bepalen de voorwaarden waaronder een reserve kan worden aangelegd en hoeveel deze mag bedragen.

§ 3. Een reserve kan enkel worden aangelegd met eenparig akkoord van de geneesheren‑vennoten tenzij de provinciale raad een andere meerderheid aanvaardt.

Art. 164

§ 1. Deelbewijzen moeten op naam zijn en mogen enkel worden toegekend aan geneesheren die in het kader van de vennootschap hun beroep uitoefenen of zullen uitoefenen.

§ 2. Uit het aantal van de deelbewijzen in een middelenvennootschap moet blijken dat het om een reële gemeenschappelijke inbreng gaat.

§ 3. De verdeling van de deelbewijzen onder de geneesheren‑vennoten van een professionele vennootschap mag niet beletten dat een geneesheer‑vennoot een normale vergoeding krijgt voor het gepresteerde werk.

§ 4. De overeenkomst, de statuten en het huishoudelijk reglement bepalen:

  • de voorwaarden waaronder deelbewijzen onder vennoten kunnen worden overgedragen;
  • de bestemming van de deelbewijzen van de vennoot die overlijdt, uittreedt of uitgesloten wordt evenals een passende vergoeding voor de vennoot of zijn nabestaanden;
  • de wijze van vereffening;
  • de toelatingsvoorwaarden voor een nieuwe vennoot en de wijze waarop de deelbewijzen aan hem worden overgedragen.

§ 5. In de professionele vennootschap is het unaniem akkoord van de vennoten vereist voor het toetreden van een nieuwe vennoot.

In de middelenvennootschap kan een gekwalificeerde meerderheid, bepaald in het huishoudelijk reglement, volstaan.

§ 6. De bestuursfuncties moeten door geneesheren‑vennoten worden waargenomen. Deze functies zijn van welbepaalde duur en onbezoldigd. Alleen een vergoeding voor kosten en vacaties is toegelaten. Herverkiezing is mogelijk.

Art. 165

§ 1. Elke geneesheer die in toepassing van artikel 159 in samenwerkingsverband werkt, moet de andere leden of vennoten inlichten over elke opgelopen disciplinaire, correctionele of administratieve veroordeling met weerslag op de gemeenschappelijke beroepsuitoefening.

§ 2. De overeenkomst, de statuten of het huishoudelijk reglement bepalen onder welke voorwaarden een geneesheer tijdelijk of definitief kan worden uitgesloten.