keyboard_arrow_right
Deontologie

Artsenvennootschappen - Medewerkende echtgenote

Een provinciale raad doet de Nationale Raad een adviesaanvraag van een fiscaal bureau geworden. Dit bureau wenst te vernemen of het deontologish aanvaardbaar is de echtgenote van een huisarts-zaakvoerder-vennoot rechtstreeks door de vennootschap, in de hoedanigheid van bedrijfsleider, te laten vergoeden voor de door haar geleverde prestaties op boekhoudkundig en administratief vlak.

Antwoord van de Nationale Raad :

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren heeft in zijn vergadering van 15 november 1997 uw vraag onderzocht en is van mening dat de medische deontologie vereist dat alle bestuursfuncties in geneesherenassociaties en -vennootschappen waargenomen worden door geneesheren-vennoten. Overigens dienen deze functies onbezoldigd en van bepaalde duur te zijn terwijl herverkiezing tot de mogelijkheden behoort.

De Nationale Raad is van oordeel dat een bedrijfsleider een bestuursfunctie is zodat deze dient te beantwoorden aan de hoger vermelde criteria. De medewerkende echtgenote van een zaakvoerder-vennoot-huisarts kan geen bedrijfsleider worden daar zij niet aan de vereiste kwalificaties van een bestuursfunctie in een geneesherenvennootschap voldoet.

Wel kan elke vennootschap te allen tijde een overeenkomst afsluiten met en natuurlijke persoon die prestaties op boekhoudkundig en administratief vlak verricht en dit kan zowel als bediende als op zelfstandige basis.