Beleggingen van artsenvennootschappen
Op verzoek van verschillende provinciale raden besprak de Nationale Raad zijn op 18 september 2004 uitgebracht advies waarin wordt gesteld dat beleggingen van een artsenvennootschap in roerende en onroerende goederen die geen verband houden met de uitoefening van de geneeskunde niet toegelaten zijn (1).
Advies van de Nationale Raad :
Los van alle vennootschapsrechtelijke bepalingen blijft de Nationale Raad van mening dat de essentie van een professionele vennootschap met rechtspersoonlijkheid onder artsen de professionele samenwerking dient te zijn. De provinciale raden dienen erover te waken dat de statuten en de huishoudelijke reglementen van deze vennootschappen geen bepalingen bevatten die deze samenwerking op termijn kunnen hypothekeren. Beleggingen in roerend en onroerend goed die geen verband houden met de uitoefening van de geneeskunde kunnen op termijn een nefaste invloed hebben op de samenwerking onder artsen. Zelfs als de vennoten unaniem en ongedwongen beslissen een gedeelte van de reserve op een bepaalde wijze te beleggen, sluit dit niet uit dat zij na verloop van tijd van mening gaan verschillen. Zo kan een vennoot door omstandigheden in zijn privé-leven op een bepaald ogenblik voor de verkoop van de gedane belegging opteren terwijl de andere vennoten het daarmee niet eens zijn. Dit kan tot grote spanningen binnen de vennootschap leiden met een negatieve repercussie op de samenwerking en de kwaliteit van de zorgverlening.
Overigens kunnen deze beleggingen bij dissociatie, langdurige ziekte of overlijden van vennoten tot grote problemen en meningsverschillen onder de resterende vennoten leiden met een negatieve weerslag op de samenwerking en de zorgverstrekking.
De Nationale Raad blijft dan ook bij zijn standpunt dat beleggingen in roerende en onroerende goederen die geen verband houden met de uitoefening van de geneeskunde niet toegelaten zijn. Wel kan de Nationale Raad accepteren dat deze regel niet doorgetrokken wordt naar de eenpersoonsvennootschappen daar de hoger ontwikkelde redenering voor deze vennootschappen niet opgaat. Om moeilijkheden te voorkomen dienen de eenpersoonsvennootschappen er wel rekening mee te houden dat het burgerlijk karakter van de vennootschap niet kan betwist worden.
(1) Dit advies van de Nationale Raad werd noch in het Tijdschrift noch op de website van de Nationale Raad gepubliceerd. De tekst ervan luidt als volgt :
In zijn vergaderingen van 17 juli en 18 september 2004 onderzocht de Nationale Raad de vraag van een provinciale raad betreffende het doel van een professionele doktersvennootschap.
De Nationale Raad bevestigt zijn advies van 19 februari 2000 :
“De Nationale Raad is van oordeel dat het doel van een professionele artsenvennootschap enkel de uitoefening van de geneeskunde door zijn vennoten kan zijn.
Het is duidelijk dat een artsenvennootschap zich de nodige middelen mag aanschaffen om de uitoefening van de geneeskunde door zijn vennoten te vergemakkelijken en dat hiertoe een onroerend goed kan behoren.
De Nationale Raad is van oordeel dat het beheer van of de belegging in onroerende goederen die geen verband houden met de uitoefening van de geneeskunde door de vennoten, niet als doelstelling van een burgerlijke professionele artsenvennootschap kan weerhouden worden”.
De Nationale Raad is mening dat dit advies evenzeer geldt voor roerende goederen.