keyboard_arrow_right
Deontologie

Wijziging van artikel 164, § 6, en artikel 163, § 1, van de Code van geneeskundige Plichtenleer - Terugwerkende kracht

Wijziging van artikel 164, §6, en artikel 163, §1, van de Code van geneeskundige Plichtenleer - Terugwerkende kracht

Een provinciale raad vraagt of de wijziging van artikelen 164, §6, en 163, §1, van de Code - ten gevolge waarvan het bestuurders van artsenvennootschappen deontologisch toegelaten wordt bezoldigd te worden voor de uitoefening van een bestuurdersmandaat - terugwerkende kracht kan hebben tot 1 januari 1997.

Antwoord van de Nationale Raad:

Als gevolg aan uw brief van 16 november 1998 betreffende de wijziging van het artikel 164, §6, van de Code van geneeskundige Plichtenleer, deel ik u mede dat de Nationale Raad in zijn vergadering van 12 december 1998 heeft bevestigd dat de nieuwe tekst van dit artikel op deontologisch vlak slechts uitwerking kan hebben vanaf 24 oktober 1998, datum van de vergadering van de Nationale Raad waarin de nieuwe Codetekst werd goedgekeurd.

De schriftelijke overeenkomsten bedoeld in het eveneens gewijzigde artikel 163, §1, derde lid, van de Code, zullen geen vroegere aanvangsdatum van de nieuwe regeling mogen vermelden.

Uit de wijzigingen eventueel voortvloeiende gevolgen en mogelijkheden op fiscaal vlak behoren niet tot de beoordelingsbevoegdheid van de ordinale instanties.

Een kopie van dit advies wordt overgemaakt aan de andere provinciale raden.