Deontologische richtlijnen voor de medische opleiding
Nadat twee artsen de Nationale Raad op een aantal ondeontologische toestanden binnen de artsenopleiding hebben gewezen, vaardigt de Raad volgende deontologische richtlijnen uit met betrekking tot de medisch-klinische opleiding:
1. In de brede context van de medisch-klinische opleiding dienen zowel kennis als vaardigheden in hun totaliteit en op een inspirerende en begeesterende manier te worden overgedragen, waarbij alle aspecten van de opleiding aan bod komen, en gedurende de volledige duur van de opleiding en in een geest van toenemende participatie.
Daartoe dienen de klinische stages te verlopen en te worden georganiseerd volgens de wetenschappelijk gangbare opleidingscriteria, zowel theoretische als praktische, en dit op een niveau dat aangepast blijft aan de finaliteit van de bedoelde opleiding.
De stagemeester zal hierop toezien te persoonlijken titel en hierover verantwoordelijkheid dragen.
2. Daarbij zal de arbeidsduur van zowel studenten als artsen in opleiding worden aangepast aan en afgestemd op de bestendige kwaliteit van de toe te dienen zorgen en zal rekening worden gehouden met normale draagkracht en belastingsvermogen, zowel fysiek als psychisch, van de zorgverstrekker door het inschakelen van verantwoorde onderbrekingen en rustperiodes.
De organisatie hiervan zal contractueel worden vastgelegd en ter goedkeuring aan de Provinciale Raad voorgelegd worden.