Grensoverschrijdende samenwerking tussen Belgische en buitenlandse artsen en ziekenhuizen
De Nationale Raad beslist zijn advies mee te delen aan de minister van Sociale Zaken, mevrouw De Galan, en aan de minister van Volksgezondheid, de heer Colla.
Advies van de Nationale Raad :
Onlangs ontving een provinciale raad andermaal een kennisgeving vanuit het ministerie van Volksgezondheid inzake een dienstverrichting zoals bepaald in Art. 17 van de Richtlijn 93/16/EEG van 05.04.93.
Het betrof hier de tewerkstelling van een buitenlands anesthesist, Eu-onderdaan, in een Vlaams ziekenhuis voor een periode van plus-minus 90 dagen.
De Nationale Raad, hieromtrent om advies gevraagd, wenst hierbij Uw welwillende aandacht te vestigen op het onderscheid dat duidelijk zou dienen gemaakt te worden tussen vestiging en dienstverrichting.
Bij een dienstverrichting lijkt het de Nationale Raad logisch dat de medische prestaties worden verricht op een tijdelijke, discontinue, occasionele en accidentele basis, dit in tegenstelling tot een vestiging waarbij de prestaties op een continue wijze in de tijd worden verleend.
Dit onderscheid lijkt de Nationale Raad van bijzonder belang in het kader van het afleveren van getuigschriften voor verstrekte hulp ten gunste van sociaal verzekerden die de rekeningen op een verzekeringsinstelling kunnen verhalen.
Bij een dienstverrichting worden de buitenlandse Eu-onderdanen namelijk vrijgesteld, en dit bij Art. 18 van de Richtlijn 93/16/EEG, van inschrijving bij een publiekrechtelijke instelling van sociale zekerheid.
Nu kan, bij langdurige continue verstrekkingen, zoals in hogere casus werd aangehaald, deze vrijstelling volgens de Nationale Raad aanleiding geven tot onrechtmatige aflevering van getuigschriften voor verstrekte hulp.
Dit euvel kan daarentegen correct worden opgevangen in het kader van een al dan niet kortdurende vestiging, waarbij de inschrijving bij een publiekrechtelijke instelling van sociale zekerheid wel degelijk vereist is.
De met een regelmaat in de tijd terugkerende prestatie kan bijgevolg niet als dienstverrichting worden aangezien.