keyboard_arrow_right
Deontologie

Honoraria - Klinische proeven voor een laboratorium

De Nationale Raad wordt door een advocaat om advies verzocht aangaande de honoraria die een geneesheer mag opeisen voor het uitvoeren van klinische proeven met een geneesmiddel dat ontwikkeld werd door een onderzoeker.

  1. Wat mag een geneesheer die klinische proeven uitvoert voor een laboratorium, opeisen ?
    Werden er op dit gebied tarieven vastgelegd ?

  2. Mag een geneesheer die klinische proeven uitvoert een winstdeling opeisen wanneer hij tijdens de proeven die hij uitvoert een nieuwe toepassing voor het uitgeteste geneesmiddel ontdekt ?

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 22 augustus 1992 kennis genomen van uw brief van 1 juni 1992 met betrekking tot de honoraria die opgeëist mogen worden door een geneesheer welke klinische proeven uitvoert voor een laboratorium.

Wat het deontologisch aspect ervan betreft, verwijst hij u naar artikel 176 van de Code van geneeskundige Plichtenleer, waarvan u bijgaand een kopie vindt.

Artikel 176 van de Code van Plichtenleer:

Niemand mag zich de ontdekking of de verbetering van diagnostische of therapeutische aanwinsten die uitsluitend tot het gebied van de wetenschap behoren, toeëigenen.

Niettemin mag elke ontdekking, die vatbaar is voor uitbating in de industrie of de handel met medische of farmaceutische doeleinden. gebrevetteerd worden op naam van de geneesheer.