keyboard_arrow_right
Deontologie

Kapitaaluitkering via een pensioenplan

De geneesheer-directeur-generaal van de Dienst voor geneeskundige controle van het Riziv vraagt de Nationale Raad om een deontologisch advies over een methode van kapitaalvorming en -uitkering via een bepaald pensioenplan, uitgewerkt door een laboratorium voor klinische biologie. Volgens het Riziv komt het opgezette systeem neer op indirecte dichotomie.
De Nederlandstalige provinciale Raad van de Orde der Apothekers van Brabant vraagt of apothekers dezelfde voordelen mogen bieden.

Antwoord van de Nationale Raad:

Als gevolg aan uw brief van 9 dezer aan mevrouw Van Lil, plaatsvervangend griffier van de Nationale Raad, heb ik de eer u mede te delen dat de uit uw mededelingen blijkende praktijk voor artsen is verboden. U vindt als bijlage kopie van het terzake dienstige advies van 20 maart 1999 van de Nationale Raad (Tijdschrift van juni 1999, nr. 84, p. 27) betreffende de uitgifte van kapitalisatieaandelen ten behoeve van artsen.

Meerdere van de ons ter kennis gebrachte feiten zijn thans voorwerp van tuchtrechtelijke onderzoeken door de bevoegde provinciale raden.

Wat de apothekers betreft behoort het aan de Orde der apothekers, en niet aan de Orde der geneesheren, de zich naar zijn oordeel opdringende maatregelen te nemen.

Advies van de Nationale Raad van 20 maart 1999

Uitgifte van kapitalisatieaandelen ten behoeve van artsen

Een provinciale raad doet de Nationale Raad een adviesaanvraag geworden van een arts over een rondschrijven van een Amerikaanse firma voor research en management van investeringen. In de rondzendbrief wordt de mening van de arts gevraagd over een investeringsproject dat erin bestaat dat een buitenlandse investeringsmaatschappij, die exclusief investeert in de farmaceutische industrie, kapitalisatieaandelen uitgeeft die verdeeld worden onder (huis)artsen. Deelname aan het project is onderworpen aan strenge voorwaarden, waaronder een beperking van het aantal aandelen per deelnemer en een beperking van het aantal inschrijvers in België.

Advies van de Nationale Raad:

De Nationale Raad is van oordeel dat het wettelijk noch deontologisch toegelaten is dat artsen ingaan op het geschetste voorstel.

De voorgestelde handelwijze is in strijd met de bepaling van artikel 18, §2, van het K.B. nr. 78 op de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies die "elke overeenkomst van welke aard ook" tussen artsen en producenten van farmaceutische producten verbiedt wanneer zij betrekking heeft op hun beroep en ertoe strekt aan de een of de ander rechtstreeks of onrechtstreeks winst of voordeel te verschaffen.

Deontologisch moet het voorstel aangezien worden als aanleiding gevend tot collusie hetgeen strijdig is met de geest van Titel V, Hoofdstuk III van de Code van geneeskundige Plichtenleer.

Een kopie van het betreffende rondschrijven en van het antwoord aan de provinciale raad wordt overgemaakt aan de andere provinciale raden en aan de raden van beroep.