keyboard_arrow_right
Deontologie

Klinische biologie – Afschrift van resultaten

De Nationale Raad wordt om advies verzocht aangaande de vraag van een patiënt aan de klinisch bioloog om een afschrift te verkrijgen van het resultaat van zijn biologische onderzoeken.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn vergadering van 21 februari 2009 besprak de Nationale Raad van de Orde van geneesheren het meedelen van de resultaten van onderzoeken op het gebied van klinische biologie door de klinisch bioloog aan de patiënt die erom verzoekt.

De wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt legt het recht voor de patiënt vast op afschrift van het geheel of een gedeelte van het hem betreffend patiëntendossier (artikel 9, § 3). Deze wet vereist eveneens dat hem duidelijke informatie wordt verschaft omtrent zijn gezondheidstoestand (artikel 7, §§ 1 en 2). Bovendien voorziet hij in enkele uitzonderingen op het recht op afschrift van het geheel of een gedeelte van het patiëntendossier, met name de therapeutische exceptie (artikel 9, § 3).

De toepassing van de wet op bovenstaande hypothese brengt volgende commentaar met zich.

De klinisch bioloog werkt op basis van een staalafname ter uitvoering van een onderzoeksvoorschrift van een behandelende arts. Doorgaans is hij niet of onvoldoende op de hoogte van de klinische context die de onderzoeksaanvraag rechtvaardigt en de informatie waarover hij beschikt is vaak beperkt tot louter administratieve gegevens. De verkregen resultaten moeten worden beschouwd als een deel van het patiëntendossier van de behandelende arts.

De relatie tussen de klinisch bioloog en de patiënt wordt gekenmerkt door het feit dat er over het algemeen tussen hen geen rechtstreeks contact is; ze is ondergeschikt aan de relatie tussen de patiënt en zijn behandelende arts.

Aan de patiënt die dit wenst, dient een afschrift te worden gegeven van zijn resultaten, binnen de termijn en onder de voorwaarden bepaald door de wet betreffende de rechten van de patiënt. De Nationale Raad vindt het echter aangewezen dat de mededeling van de resultaten gebeurt via de behandelende arts die het onderzoek voorschreef. Het afleveren van de resultaten volgt daardoor dezelfde weg als de aanvraag ervan, via de voorschrijvende arts.

Wanneer een patiënt verzoekt om een afschrift van het analyseresultaat is dit ook met het doel informatie te krijgen over zijn gezondheidstoestand.

De klinisch bioloog gaat over tot een analyse die uitmondt in een resultaat. De interpretatie van dit resultaat kan doorgaans niet alleen steunen op referentiewaarden, maar ook op de medische en de psychisch-sociale context van de patiënt. Net zoals de analyseaanvraag ondergeschikt is aan de klinische context, de anamnese en het klinisch onderzoek dienen de resultaten geïnterpreteerd te worden rekening houdend met deze zelfde context, wil men niet tot verkeerde conclusies komen. Om relevante en nuttige informatie te kunnen verstrekken aan de patiënt is het noodzakelijk dat de behandelende arts hem de resultaten van de verrichte onderzoeken uitlegt.

Het beroep doen op de behandelende arts om de resultaten mee te delen is ook gerechtvaardigd door de moeilijkheid, voor de klinisch bioloog, te beoordelen of rekening gehouden moet worden met een wettelijke uitzondering op het recht van de patiënt om een afschrift van zijn medisch dossier te verkrijgen, bijvoorbeeld de therapeutische exceptie.

Wanneer de behandelende arts die het onderzoek aanvraagt uitdrukkelijk op het aanvraagformulier vermeldt dat de resultaten rechtstreeks aan de patiënt medegedeeld mogen worden dan is het voorbehoud dat hierboven wordt uitgedrukt niet van toepassing.Het is belangrijk dat de klinisch bioloog alvorens de resultaten te overhandigen zich vergewist van de identiteit van de patiënt.