Aansprakelijkheid bij organisatorische fouten van wachtdiensten voor huisartsen
Een provinciale raad legt de adviesaanvraag van een geneesheer voor betreffende de aansprakelijkheid van de geneeskundige kringen ten opzichte van de medische wachtdiensten, en dit naar aanleiding van een schrijven van een verzekeringsmaatschappij met het oog op het sluiten van een verzekeringsovereenkomst die de schadeaansprakelijkheid van de kring en van zijn bestuursleden zou dekken.
Advies van de Nationale Raad :
In het kader van een wachtdienst kunnen er zich verscheidene fouten voordoen, waaronder persoonlijke professionele fouten, maar ook organisatorische en bestuursfouten.
Wat het professioneel functioneren betreft, is elke arts persoonlijk aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen van een beroepsfout begaan bij de uitoefening van zijn wacht. Dit risico behoort tot het domein van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
Wat de aansprakelijkheid bij het organiseren van een wachtdienst betreft, verwijst de Nationale Raad naar:
- enerzijds, het ministerieel besluit van 28 juni 2002 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de erkenning van huisartsenkringen (Belgisch Staatsblad van 5 oktober 2002), overeenkomstig hetwelk (art. 4, §2) deze kringen voor erkenning de juridische vorm van een vzw moeten aannemen (zie ook artikel 4 van het ministerieel besluit van 16 december 2002, Belgisch Staatsblad van 28 december 2002, tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de huisartsenkringen, naar luid waarvan de voorlopige erkenning blijft gelden zolang de definitieve erkenning niet is toegekend op voorwaarde dat de kring een definitieve erkenningsaanvraag indient vóór 1 januari 2005);
- anderzijds, het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen (Belgisch Staatsblad van 5 oktober 2002), dat (hoofdstuk II, afdeling II) de “organisatie van de huisartsenwachtdienst” als een van de opdrachten van de huisartsenkringen bepaalt.
Gelet op het bovenvermelde risico op organisatorische en/of bestuursfouten en het feit dat in de besproken context alleen de vzw rechtspersoonlijkheid geniet, beveelt de Nationale Raad aan dat de huisartsenkringen de nodige schikkingen nemen opdat niet alleen de als vzw bestaande huisartsenkring maar ook zijn bestuurders en leden, in hun belang en het belang van hun patiënten, afdoende verzekerd zouden zijn tegen de schadelijke gevolgen van feiten die zich zouden voordoen in het kader van de wachtdienst.
Wat nog niet erkende (nog niet wettelijk georganiseerde) wachtkringen betreft, verwijst de Nationale Raad naar zijn advies van 17 november 2001 (Tijdschrift Nationale Raad nr. 95, maart 2002, p. 10). Het is aangewezen dat deze wachtkringen, indien dit nog niet gebeurd zou zijn, onverwijld de nodige schikkingen treffen ter dekking van de vermelde schadeaansprakelijkheid van hun bestuurders en leden.