Afname urinestaal op vraag van de gerechtelijke overheid
Een provinciale raad legt een document voor uitgaande van een bepaalde politiezone waarin voor de afname van een urinestaal wordt verwezen naar de huisarts. Het resultaat van deze controle wordt onder gesloten omslag overgemaakt aan de huisarts en daarna aan de politiedienst overgemaakt.
De provinciale raad meent dat deze werkwijze niet strookt met de medische deontologie omdat de huisarts hier optreedt als deskundige, een hoedanigheid die onverenigbaar lijkt met deze van behandelend arts.
Advies van de Nationale Raad :
De Nationale Raad stelt vast dat er geen specifieke wetgeving of regelgeving terzake bestaat. De huisarts is dan ook niet verplicht over te gaan tot afname van een urinestaal. De tussenkomst van de huisarts zou trouwens de vertrouwensrelatie tussen hem en zijn patiënt in het gedrang kunnen brengen.
Wanneer een dergelijke urinetest wordt opgelegd in het kader van de door de patiënt voor de rechtbank aanvaarde probatievoorwaarden en de patiënt zijn huisarts er uitdrukkelijk om verzoekt, is de Nationale Raad van mening dat de huisarts mag ingaan op dit verzoek. In die omstandigheden wordt de vertrouwensrelatie immers niet geschaad.
De huisarts dient dan wel de patiënt in te lichten over de procedure, die nauwgezet dient gevolgd te worden. Zo zal de huisarts er dienen over te waken dat het urinestaal op een correcte manier wordt afgenomen en verstuurd naar het laboratorium en dat het resultaat aan de patiënt wordt overhandigd.