Bewaartermijnen van wachtverslagen binnen de huisartsenwachtposten
De Nationale Raad wordt om advies gevraagd betreffende de bewaartermijnen van wachtverslagen binnen de huisartsenwachtposten.
Advies van de Nationale Raad :
In zijn vergadering van 17 januari 2015 onderzocht de Nationale Raad van de Orde der geneesheren de vraag van de Federale Raad voor de Huisartsenkringen (FRHAK) betreffende de bewaartermijnen van wachtverslagen binnen de huisartsenwachtposten.
1- Het wachtverslag
In het kader van de bevolkingswachtdienst is het contact tussen de patiënt en de arts eenmalig. Het wachtverslag bevat de redenen voor de consultatie en beschrijft gedetailleerd de behandeling van de patiënt.
Dit verslag heeft verscheidene doeleinden.
1- Het waarborgt met name de continuïteit van de zorg. Het vormt een bewijsstuk van een bijzonder voorval (acute medische episode, ongeval,...) dat kan worden gebruikt in de procedures bij een arbeidsongeval, bij een ongeval waarbij derden betrokken zijn of bij een medisch ongeval.
2- Het kan gegevens verzamelen die noodzakelijk zijn voor de redactie van de wettelijk verplichte jaarlijkse rapportering door de organiserende huisartsenkring aan de FOD Volksgezondheid (artikel 7 van het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen).
Gezien deze doeleinden is het volgens de Nationale Raad gewettigd dat het wachtverslag na afloop van de wacht wordt meegedeeld aan de vertrouwde huisarts, tenzij de patiënt zich ertegen verzet, en aan de wachtdoende huisarts die de consultatie heeft verricht.
De patiënt heeft recht op een afschrift van dit verslag overeenkomstig de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.
2- Continuïteit en kwaliteit van de zorg
De Nationale Raad wordt om advies verzocht betreffende de bewaring van dit verslag binnen de huisartsenwachtpost teneinde de continuïteit en de kwaliteit van de zorg te waarborgen mocht de patiënt zich opnieuw aanmelden bij dezelfde wachtpost.
De medische wachtpost heeft tot doel de continuïteit van de zorg te verzekeren bij afwezigheid van de vertrouwde huisarts in het kader van de organisatie van de bevolkingswachtdienst. Vooral in grote steden blijkt dat heel wat patiënten geen vertrouwde huisarts hebben en zich regelmatig aanmelden bij de medische wachtpost.
Bovendien bevindt het persoonlijk artsenkabinet van de wachtdoende artsen zich niet noodzakelijk binnen dezelfde geografische zone en wijden sommige artsen zich uitsluitend aan de wachtgeneeskunde.
Ofschoon de wachtdoende arts de patiënt dient aan te sporen om een vertrouwde huisarts te kiezen die hem op lange termijn kan behandelen in optimale omstandigheden, dienen bovendien alle maatregelen te worden genomen voor het verstrekken van kwaliteitsvolle zorg in de medische wachtpost.
Het is in het belang van de patiënt dat de wachtdoende arts de verslagen kan inkijken die voor de patiënt eerder werden opgesteld, ook al bieden de verzamelde wachtverslagen slechts beperkte informatie, bijvoorbeeld om allergische reacties op geneesmiddelen te vermijden of bij een terugkerend gezondheidsprobleem.
Het zou ideaal zijn indien de wachtdoende arts via een netwerk toegang zou kunnen krijgen tot het SUMEHR (summarized electronic record) van de patiënt.
3- Bewaring
De bewaring waarborgt door de medische wachtpost het voortbestaan en de toegang van het document en het document kan een bewijsstuk vormen wanneer de verantwoordelijke voor de organisatie van de wachtdienst aansprakelijk wordt gesteld.
De Nationale Raad is bijgevolg van oordeel dat de bewaring van het wachtverslag door de medische wachtpost volgens de voorwaarden bepaald in artikel 46 van de Code van geneeskundige plichtenleer en de toegang ertoe door de wachtdoende artsen die een therapeutische relatie hebben met de patiënt, noodzakelijk zijn vanuit deontologische gezichtshoek.
De bewaring van het verslag door de wachtpost ontslaat de vertrouwde huisarts niet van zijn verplichting dit verslag te bewaren volgens de voorwaarden vastgelegd in het voornoemde artikel 46.
De verwerking van de persoonsgegevens betreffende de gezondheid door de medische wachtpost dient in overeenstemming te zijn met de wetgeving betreffende de persoonlijke levenssfeer.
Voorts dienen voor materieel en personeel alle noodzakelijke voorzorgen te worden genomen voor de bescherming van de verzamelde gegevens en de verwerking ervan binnen het kader van de opdracht van de bevolkingswachtdienst overeenkomstig de regels inzake medisch geheim, bescherming van de persoonlijke levenssfeer, rechten van de patiënt en geneeskundige plichtenleer.
De toegang tot de gegevens dient te verlopen overeenkomstig de wetgeving betreffende de persoonlijke levenssfeer en dient te worden getraceerd om controle mogelijk te maken.
De verwerking van deze persoonsgegevens dient te gebeuren onder de verantwoordelijkheid van een arts.
Dit advies vervangt het punt 2 van het advies van 28 mei 2011, "Bewaartermijnen van wachtverslagen binnen de huisartsenwachtposten", Tijdschrift van de Nationale Raad nr. 134.