keyboard_arrow_right
Deontologie

Cumuleren van de functie van geneesheer-specialist in de acute geneeskunde met deze van huisarts

Een provinciale raad vraagt aan de Nationale Raad of een arts zijn/haar erkenning van huisarts verliest op het ogenblik dat hij/zij een erkenning als geneesheer-specialist in de acute geneeskunde bekomt.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn zitting van 6 februari 2010 heeft de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw schrijven van 4 mei 2009 onderzocht betreffende artikel 7, § 2, van het ministerieel besluit van 14 februari 2005 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, van geneesheren-specialisten in de urgentiegeneeskunde en van de geneesheren-specialisten in de acute geneeskunde, alsook van de stagemeesters en stagediensten in deze disciplines.

Krachtens artikel 4, § 1, van het ministerieel besluit van 30 april 1999 betreffende de vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten kan de erkende geneesheer-specialist uitsluitend zijn specialisme uitoefenen.

De Nationale Raad is van oordeel dat een geneesheer-specialist in de acute geneeskunde deze functie niet mag cumuleren met deze van huisarts.