keyboard_arrow_right
Deontologie

Inzetten van een huisarts in opleiding (HAIO) in de reguliere wachtdienst

Op 25 mei 2019 heeft de nationale raad een vraag betreffende het inzetten van een huisarts in opleiding (HAIO) in de reguliere wachtdienst voor huisartsen onderzocht.

De wachtdienst van de kandidaat-huisarts in opleiding (HAIO) moet altijd gebeuren onder supervisie en begeleiding van de stagemeester erkend in de huisartsgeneeskunde (huisarts praktijkopleider). .

Tussen de stagemeester en de HAIO wordt bij aanvang van de samenwerking een overeenkomst opgesteld waarin wordt bepaald hoeveel uren wachtdienst de HAIO zal doen (met een minimum van 120 uur om erkend te kunnen worden). In de overeenkomst kan er eveneens een plaatsvervangende stagemeester worden aangeduid, die kan optreden als begeleider wanneer de stagemeester afwezig is.

De wachtkringen passen toe wat bepaald is in deze overeenkomst.

Het is de opdracht van de stagemeester om zowel zijn eigen wachtdiensten te doen, als de wachtdiensten van de HAIO te begeleiden. Hiertoe dient hij tijdens de wachtdienst van de HAIO continu bereikbaar en beschikbaar te zijn om zich desnoods binnen een redelijke termijn te begeven naar de plaats van raadpleging.

Sommige wachtkringen houden er rekening mee dat de huisarts ook stagemeester is, en beslissen dat deze artsen minder wachtdiensten hoeven te doen. Andere wachtkringen houden hiermee geen rekening. Nog andere (grotere) wachtkringen geven de stagemeester en de HAIO tegelijkertijd een wachtdienst zodat de stagemeester uiteindelijk niet meer aan wachtdiensten moet deelnemen dan de andere huisartsen.

De problematiek dient binnen de wachtkringen zelf besproken te worden.

Het is aan de provinciale raden om mogelijke deontologische inbreuken te beoordelen.

Deze materie wordt voor het overige geregeld door het Ministerieel besluit van 1 maart 2010 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen.