keyboard_arrow_right
Deontologie

Organisatie van de medische praktijk van de arts-specialist

In zijn vergadering van 19 oktober 2019 onderzocht de nationale raad van de Orde der artsen of het deontologisch gerechtvaardigd is dat een arts-specialist enkel nieuwe patiënten aanvaardt mits doorverwijsbrief van de huisarts, dit naar aanleiding van de bezorgdheid die sommige artsen-specialisten formuleerden in het artikel "Eerst bloedtest voor je naar specialist mag" in Het Nieuwsblad van 25 oktober 2018.

Artsen worden regelmatig geconfronteerd met patiënten die op basis van eigen onderzoek (via internet, ...) voor zichzelf een diagnose stellen en rechtstreeks een arts-specialist raadplegen. Hierdoor worden sommige artsen-specialisten overbevraagd en hebben ze onvoldoende tijd voor patiënten van wie de gezondheidstoestand hun hulp vereist.

Een overbevraagde en overbelaste arts riskeert bovendien gezondheidsproblemen, waardoor hij terechtkomt in een situatie die niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van de zorg.

Om tegemoet te komen aan deze problematiek, zijn sommige artsen-specialisten vragende partij om bepaalde voorwaarden tot raadpleging in te voeren. Een van deze voorwaarden kan erin bestaan dat de arts-specialist een patiënt slechts aanvaardt voor een eerste consultatie mits deze een doorverwijsbrief van de huisarts kan voorleggen.

Mits eerbiediging van de regels van de medische deontologie, bepaalt de arts-specialist zelf hoe hij zijn praktijk organiseert.

Dergelijke werkwijze via doorverwijsbrief kan, in bepaalde gevallen, de kwaliteit van de zorg, de redelijke termijn en de zorgcontinuïteit ten goede komen(1). De arts-specialist kan meer tijd besteden aan patiënten die hulp nodig hebben binnen zijn specialisme en patiënten hoeven zich niet nodeloos te verplaatsen.

De wetgever geeft incentives om in eerste instantie de GMD-houdende huisarts te consulteren alvorens een afspraak te maken bij een arts binnen bepaalde specialismen. Zo geniet de patiënt van een vermindering van het remgeld indien hij door de GMD-houdende huisarts verwezen wordt naar sommige specialismen(2)-(3).

***

De voorwaarde om een patiënt slechts te aanvaarden voor een eerste consultatie mits doorverwijsbrief van de huisarts kan ten goede komen aan de kwaliteit van de zorg, de redelijke termijn en de zorgcontinuïteit en kan de werkdruk van een arts-specialist verminderen. Er is geen deontologisch bezwaar tegen de beslissing van een arts-specialist om zijn praktijk op dergelijke wijze te organiseren in het belang van een kwaliteitsvolle zorg voor de patiënt.

Dit advies brengt de vrije artsenkeuze van de patiënt niet in het gedrang.


(1) Artikelen 8 en 13 van de Code van medische deontologie; artikelen 27 en 28 van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen; artikelen 17 tot 26 van de wet van 22 april 2019 betreffende de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg

(2) Koninklijk besluit van 26 november 2006 betreffende het persoonlijk aandeel van de rechthebbende die een geneesheer-specialist raadplegen nadat ze verwezen zijn door een algemeen geneeskundige; https://www.riziv.fgov.be/nl/themas/kost-terugbetaling/financiele-toegankelijkheid/Paginas/goedkoper-raadplegen-bepaalde-specialisten-huisarts-u-doorverwijst.aspx

(3) Enkel de patiënt die beschikt over een globaal medisch dossier geniet van een vermindering. Deze geldt slechts één keer per jaar en niet voor alle medische specialismen.