Parkeermoeilijkheden voor de huisartsen
De Nationale Raad bestudeerde de evolutie van de parkeerkaart voor artsen en richtte volgende brief aan de voorzitters van de provinciale raden.
BRIEF AAN DE VOORZITTERS VAN DE PROVINCIALE RADEN :
Sedert geruime tijd houden de parkeermoeilijkheden voor de huisartsen de aandacht gaande van de Nationale Raad van de Orde der geneesheren en van zijn Bureau.
Terzake bestaande parlementaire initiatieven en door de bevoegde minister op parlementaire vragen gegeven antwoorden werden daarbij niet uit het oog verloren, evenmin als door artsen en artsenkringen genomen initiatieven en de veelvuldige op de kwestieuze probleemstelling betrekking hebbende bijdragen in de vooral medische pers.
Reeds op 17 juni 2004 heeft het Bureau van de Nationale Raad daaromtrent de heer Bert Anciaux, Minister van Mobiliteit, aangeschreven.
U vindt hierbij een door de juridische dienst van de Nationale Raad opgestelde nota omtrent de evolutie van de parkeerkaart voor artsen, alsmede het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart, en een op 30 november 2007 door de volksvertegenwoordigers Bacquelaine, Jeholet en Chastel ingediend wetsvoorstel strekkende tot het toekennen van parkeerfaciliteiten aan beoefenaars van een gezondheidsberoep die op huisbezoek zijn, welk voorstel identiek is aan een reeds in 2004 door dhr. Bacquelaine ingediend wetsvoorstel.
Recente gebeurtenissen, meer bepaald contacten met en stellingnamen door politionele diensten hebben het gezegde probleem in een versterkt daglicht geplaatst.
De Nationale Raad heeft dan ook in zijn vergadering van heden beslist deze zaak andermaal tot zich te trekken teneinde een nader standpunt in te nemen en daar waar nodig tussen te komen. De zaak wordt zonder verwijl verder onderzocht met het oog op bespreking ervan op de vergadering van de Nationale Raad van 16 februari 2008.