keyboard_arrow_right
Deontologie

Parkeerproblemen voor huisartsen

Zoals voorzien in zijn brief aan de voorzitters van de provinciale raden van de Orde der geneesheren van 22 december 2007 (TNR nr. 119, maart 2008, p. 4), besprak de Nationale Raad de zich voor de huisartsen steeds frequenter stellende parkeerproblemen die door het recente optreden van sommige politionele diensten in een versterkt daglicht worden geplaatst en die o.m. de kwaliteit en de continuïteit van de zorg en de vrije artsenkeuze in het gedrang dreigen te brengen.

ADVIES VAN DE NATIONALE RAAD :

De Nationale Raad nam in dit verband kennis van het wetsvoorstel dat op 30 november 2007 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd ingediend door de heren Daniel Bacquelaine, Pierre-Yves Jeholet en Olivier Chastel tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, teneinde parkeerfaciliteiten toe te kennen aan beoefenaars van een gezondheidszorgberoep die op huisbezoek zijn (doc. 52, nr. 0487/001).

De hulpverleningsplicht staat centraal binnen de arts-patiëntrelatie. In dat kader ontstaat een 'contractuele overeenkomst' tussen de zorgvragende patiënt en de gevraagde huisarts. De aansprakelijkheid van de huisarts valt binnen dit 'zorgcontract'. Dit werd expliciet vermeld in de wet op de patiëntenrechten, met nadruk op het recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking die beantwoordt aan de behoeften van de patiënt en de vrije keuze voor de beroepsbeoefenaar.

De Code van geneeskundige plichtenleer verwijst in verschillende artikels naar de continuïteit van de zorg (artt. 113-118); ook de verplichting om 'onverwijld' gevolg te geven aan een vraag om dringende hulpverlening (artt.5-6) is essentieel en de vrije keuze van de patiënt in de zorgvraag primeert, zeker bij 'hoogdringendheid' (artt. 27-28).

De huisarts speelt een belangrijke rol bij het verzekeren van de continuïteit en de permanentie van ambulante eerstelijnszorg: zowel bij de toediening van de normale zorg als bij dringende gevallen. Hij dient de mogelijkheid te hebben om aan deze wettelijke én deontologische plicht te voldoen.

De modaliteiten voor de ambulante medische hulp via huisartsen dienen duidelijker bepaald te worden, gezien de zeer moeilijke concrete omstandigheden waarin dit soms geschiedt en de directe impact daarvan op de kwaliteit van de zorg. Het is wenselijk dat er juridische duidelijkheid komt, in het bijzonder binnen het kader van de verkeersveiligheid en de toepassing van de geldende verkeersregels op 'niet-prioritaire voertuigen' van huisartsen, die aan een zorgoproep gevolg moeten geven.

Het is aangewezen een duidelijk wettelijk kader te scheppen binnen hetwelk de voorwaarden en de regels worden bepaald waardoor huisartsen - bij het vervullen van bepaalde zorgopdrachten - ontslagen worden van de verplichting tot naleving van sommige bepalingen in de huidige verkeerswetgeving in het bijzonder de parkeermogelijkheden en -moeilijkheden.

De Nationale Raad meent zich bij het voormelde wetsvoorstel te kunnen aansluiten daar het de mogelijkheid geeft aan de artsen vlotter te parkeren en aldus minder tijd te verliezen, wat de kwaliteit van de zorg ten goede komt.

In artikel 2 van de Nederlandstalige tekst van het wetsvoorstel is het wenselijk fysiotherapeut te vervangen door kinesitherapeut.

De Nationale Raad van de Orde der geneesheren zal met bijzondere aandacht het verdere verloop van dit parlementair initiatief volgen.


22 Augustus 2002. - Wet betreffende de rechten van de patiënt, artt. 3, 5 en 6.
21 Februari 2006. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van huisartsen, art. 10, 4°-5°-6°.