Wachtdienst van huisartsen - Aansprakelijkheid van de organisator
Een huisarts vraagt meer informatie over het feit dat, naar hij heeft vernomen, bij gebeurlijke fouten tijdens de wachtdienst (bv. ook organisatorische fouten) elke arts van de betrokken wachtkring hoofdelijk aansprakelijk zou zijn, wat sommige wachtkringen ertoe noodzaakt een vzw op te richten met daarbij horend een verzekering tegen dergelijke claims.
Advies van de Nationale Raad :
De Nationale Raad heeft, na bijkomende inlichtingen te hebben ingewonnen, in zijn vergadering van 17 november 2001 de vragen betreffende de verantwoordelijkheid voor de organisatie van een wachtkring voor huisartsen besproken.
De vraag werd gesteld naar de hoofdelijke verantwoordelijkheid van de leden van een wachtkring bij organisatorische fouten tijdens een wachtdienst. Tevens werd de vraag gesteld of de oprichting van een vzw voor de wachtdienst en een daarbijhorende aansprakelijkheidsverzekering niet noodzakelijk is.
Elke aansprakelijkheid veronderstelt fout. Een arts die deelneemt aan een wachtdienst kan slechts aansprakelijk worden gesteld wanneer hij een fout heeft begaan die in oorzakelijk verband staat met de schade.
Wat de mogelijke schade ten gevolge van een fout bij de organisatie van de wachtdienst betreft, moet vooreerst worden vastgesteld dat een artsenkring niet noodzakelijk altijd samenvalt met een wachtkring voor huisartsen. Veelal nemen niet alle leden-artsen deel aan deze wachtdienst. Er bestaan immers gemengde artsenkringen van huisartsen en specialisten, en sommige artsen zijn om één of andere reden vrijgesteld van deelname aan de wachtdienst.
Veel wachtkringen voor huisartsen zijn feitelijke verenigingen die bij gebrek aan rechtspersoonlijkheid geen afzonderlijke verzekering aansprakelijkheid kunnen afsluiten. Aldus is het aangewezen dat elke huisarts die verantwoordelijkheid draagt in de organisatie van een wachtdienst, dit risico zelf meldt aan zijn eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op het recent gewijzigde art. 34, §2, van de Code van geneeskundige plichtenleer dat luidt : "Een slachtoffer van een medische fout heeft recht op vergoeding van de door die fout veroorzaakte schade en elke geneesheer dient hiervoor verzekerd te zijn".
Naar analogie van dit artikel moet gezegd dat patiënten dienen vergoed te worden wanneer zij het slachtoffer zijn van een door de geneesheer gemaakte fout bij de organisatie van de wachtdienst.
Tot slot dient vermeld dat, in de huidige stand van de wetgeving, het de geneesheren van eenzelfde wachtkring vrij staat om zich te organiseren in een vzw, die dan de mogelijkheid heeft als rechtspersoon een afzonderlijke aansprakelijkheidsverzekering voor het hogervermeld risico af te sluiten.