keyboard_arrow_right
Deontologie
report_problem

Sinds 1 juli 2022 is de Orde der artsen bevoegd voor het toestaan van vrijstelling van deelname aan de permanentie (art. 26, Kwaliteitswet). De organisatie van de permanentie blijft de bevoegdheid van de huisartsenkringen (cf. commentaar art. 13 CMD). De provinciale geneeskundige commissies werden opgeheven en vervangen door de Toezichtcommissie (cf. commentaar art. 2 CMD).

Wachtdienst voor huisartsgeneeskunde

Op 11 september 2006 nodigt de heer R. Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de Nationale Raad uit voor een ontmoeting betreffende de problemen inzake de wachtdiensten huisartsgeneeskunde.

Op de agenda stonden volgende punten :
“Eerstelijnsgeneeskunde. Hoe de toekomst te verzekeren ?

  1. Stand van zaken en problemen in het veld.

    1. Tekort aan zorgverstrekkers
      • Welke rechtsmiddelen kunnen ingezet worden tegen een arts die geen prestaties verricht ?
      • Ongeschiktheidsattest
      • Tekort aan actieve artsen
    2. De medico-legale problemen
      • Verplichting zich te verplaatsen
      • Doorverwijzing naar MUG, zonder consult
      • Gelijktijdige oproepen
    3. Veiligheid
  2. Welke toekomst

    1. Andere organisatie van de wachtdienst/Wachtdienstplan per Kring/Verantwoordelijkheid van de Kringen
    2. Toepassing van de nieuwe erkenning
    3. Coördinatie tussen de provinciale geneeskundige commissies, de Ordes van geneesheren, de Federale Raad voor de Huisartsenkringen.”

    Op 18 januari 2007 heeft een onderhoud plaats van een delegatie van de Nationale Raad met de adviseur huisartsgeneeskunde van de Strategische Cel van R. Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Op basis van het verslag van deze vergadering bepaalt de Nationale Raad zijn standpunt inzake de wachtdienst voor huisartsgeneeskunde.

Advies van de Nationale Raad :

1. Noodzaak van een huishoudelijk reglement dat onder meer de wijze vastlegt waarop een huisarts uitgesloten kan worden alsook de maatregelen die genomen kunnen worden ten overstaan van een arts die weigert deel te nemen aan de wachtdienst. Het huishoudelijk reglement van de wachtdienst geldend voor de ganse huisartsenzone van de huisartsenkring wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de provinciale raad van de Orde van geneesheren en ter kennisgeving aan de Provinciale Geneeskundige Commissie (en aan de FOD Volksgezondheid in het geval van erkende huisartskringen).

2. In alle regio’s met huisartsenkringen zijn deze verantwoordelijk voor de organisatie van de wachtdienst. Tevens zijn zij de enige gesprekspartners hieromtrent, zowel ten aanzien van de Orde der geneesheren als van de Provinciale Geneeskundige Commissie. De huisartsenkring kan deze verantwoordelijkheid delegeren aan één van zijn leden, die verantwoordelijk is voor een wachtdienstonderdeel of voor de gehele huisartsenkring.

3. De Provinciale Geneeskundige Commissies dienen erop toe te zien dat aan de behoefte van de wachtdienst voldaan is. De werkingwijze en de interne organisatie van deze wachtdienst vallen (volgens het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen) onder de uitsluitende bevoegdheid van de huisartsenkringen.

4.Zorgverstrekking.
De wachtdienst voor huisartsgeneeskunde is er om de gezondheidszorg van de huisartsgeneeskunde te waarborgen. De verplichting om deel te nemen aan de wachtdienst voor huisartsgeneeskunde slaat op ALLE huisartsen.

5.Uitsluiting op initiatief van de huisartsenkring of vrijstelling van een huisarts van de wachtdienst :

  1. De uitsluiting of vrijstelling kan gebeuren op grond van onder meer gezondheidsproblemen, leeftijd, familiale of sociale problemen, of geschiktheid. De huisartsenkring die verantwoordelijk is voor de goede organisatie van de wachtdienst dient toe te zien op de kwaliteit van de zorgverstrekking (zie advies van de Nationale Raad van 15 juli 2006 omtrent de vrijstelling die bepaald moet worden door de algemene vergadering).
  2. Procedure :
    1. Indien een huisarts om vrijstelling vraagt dient hij zijn gemotiveerde aanvraag in bij de huisartsenkring. Indien de huisartsenkring uitsluiting overweegt dienen de motieven hiervoor aan de huisarts medegedeeld te worden.
    2. De betrokken huisarts wordt gehoord. De gemotiveerde beslissing van de huisartsenkring wordt genomen op de in het huishoudelijk reglement vastgelegde wijze.
    3. De beslissing van de huisartsenkring wordt medegedeeld aan de betrokken huisarts, de Provinciale Raad van de Orde der geneesheren en de Provinciale Geneeskundige Commissie.

6.Weigering om deel te nemen aan de wacht.
In geval van weigering deel te nemen aan de voor iedere huisarts verplichte wachtdienst brengt de huisartsenkring de Provinciale Raad van de Orde van geneesheren op de hoogte, die de zaak deontologisch zal beoordelen en ook de Provinciale Geneeskundige Commissie die het geschil zal beslechten.

7.Hoe omgaan met een oproep tijdens de wachtdienst ?

  1. Wat de kwaliteit van zorgverstrekking betreft verdient het aanbeveling dat de patiënt die zich kan verplaatsen zich aanmeldt in het kabinet van de huisarts met wachtdienst.
  2. Indien de patiënt zich niet kan verplaatsen en mits dezes uitdrukkelijke vraag dient de huisarts zich ter plaatse te begeven.

8.Organisatie van de wachtdienst.
Moeilijkheden in verband met de organisatie van de wachtdiensten waaronder regio’s met een tekort aan huisartsen, dienen voor beslechting overgelegd te worden aan de Provinciale Geneeskundige Commissie.

report_problem

Sinds 1 juli 2022 is de Orde der artsen bevoegd voor het toestaan van vrijstelling van deelname aan de permanentie (art. 26, Kwaliteitswet). De organisatie van de permanentie blijft de bevoegdheid van de huisartsenkringen (cf. commentaar art. 13 CMD). De provinciale geneeskundige commissies werden opgeheven en vervangen door de Toezichtcommissie (cf. commentaar art. 2 CMD).

info_outline
Publicatiedatum

21/04/2007

Documentcode

a116006