keyboard_arrow_right
Deontologie

Gedwongen opname – Weigering door de psychiatrische dienst wegens plaatsgebrek

De vraag betreft de toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke. Kan de gedwongen opname van een psychiatrische patiënt op grond van de beschikking van de Vrederechter geweigerd worden door een psychiatrische dienst wegens plaatsgebrek? De psychiater van de dienst is van oordeel dat hij in dergelijke omstandigheden de opname moet kunnen weigeren omdat hij de nodige zorg en de veiligheid van de patiënt niet kan garanderen. De directie is van oordeel dat de opname van de patiënt niet kan geweigerd worden en zelfs aanleiding kan geven tot strafrechterlijke vervolging van de directie.

Advies van de Nationale Raad :

In zijn zitting van 7 februari 2009 besprak de Nationale Raad van de Orde van geneesheren uw schrijven van 9 oktober 2008.

Op de volgende punten is de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke zeer duidelijk. Zowel de vrederechter in de gewone procedure als de procureur des Konings in de spoedprocedure wijzen de psychiatrische dienst aan waar de zieke ter observatie wordt opgenomen. De zieke kan de psychiatrische dienst waarnaar hij wordt verwezen niet vrij kiezen. De vrederechter of de procureur des Konings geven kennis van hun beslissing tot opneming ter observatie aan de directeur van de psychiatrische dienst die zij hebben aangewezen. De directeur neemt vervolgens alle maatregelen voor de dwangopname van de zieke. De naleving hiervan is nochtans niet afdwingbaar door strafsancties[1].

Het hoofd van de dienst psychiatrie is verantwoordelijk voor de zorg en de veiligheid van de opgenomen patiënt onder de vermelde beschermingsmaatregel. Plaatsgebrek is niet voorzien in de wet als reden voor een weigering tot opname. De Nationale Raad kan er wel inkomen dat in zeer uitzonderlijke gevallen plaatsgebrek ingeroepen zou kunnen worden als situatie van overmacht om de verplichting tot dwangopname te weigeren. Dit kan voorkomen worden door op regionaal niveau overleg te plegen over de praktische uitvoeringsmodaliteiten van deze wet met de betrokken partners, psychiatrische diensten van de regio, directies, politie en magistratuur. Volgens de geest en de letter van de wet gaat het om een opnameplicht. Psychiaters hebben bijgevolg de deontologische plicht om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen en afspraken te maken teneinde situaties te voorkomen waarin deze wettelijke eis niet kan worden uitgevoerd.

[1] Herman NYS: Geneeskunde, recht en medisch handelen, E. Story-Scientia, 2005, p. 329.
Herman NYS, La médecine et le droit, Kluwer Editions juridiques Belgique, 1995, 626, p. 248