Overdracht van protocols en documenten van medische beeldvorming
Een provinciale raad stuurt een brief door van een advocaat die advies vraagt inzake de deontologische regels betreffende de overdracht van protocols en documenten van medische beeldvorming door een behandelende geneesheer-specialist van een ziekenhuis aan een behandelende huisarts.
Advies van de Nationale Raad :
De Nationale Raad nam kennis van het door de betrokken provinciale raad opgestelde ontwerpantwoord en keurde de tekst behoudens enkele wijzigingen en aanvullingen goed.
Dit antwoord kan als volgt worden geformuleerd :
"Als antwoord op de vraag of het deontologisch verplicht is dat de behandelende geneesheer-specialist de documenten van medische beeldvorming en protocols, behorend tot het medisch dossier van de behandelende geneesheer-specialisten werkzaam in het ziekenhuis, aan de behandelende huisarts zou overmaken, is de Nationale Raad van oordeel dat er rekening moet worden gehouden met de volgende voorschriften :
- de verplichting van informatieverstrekking (alle nuttige en nodige informatie) met het oog op de continuïteit van zorg zoals bepaald in art. 13 van het koninklijk besluit nr. 78 en art. 41 van de Code van geneeskundige plichtenleer;
- het recht van de patiënt op inzage en kopie van zijn dossier (cfr. wet patiëntenrechten);
- de mogelijkheid van het overmaken van de documenten van medische beeldvorming aan de patiënt (cfr. art. 42 van de Code van geneeskundige plichtenleer).
Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het overmaken van de documenten van medische beeldvorming zelf en van het protocol.
1) Wat de beeldvorming betreft is er enerzijds het advies van de Nationale Raad van 20 januari 2001 over de "Bewaartermijn van radiografieën en electro-encefalografische tracés" waarin staat dat deze minstens dertig jaar bewaard moeten worden.
Tevens stelt de Nationale Raad in zijn advies van 17 november 2007 dat de arts die het medisch dossier opstelde het origineel ervan best bijhoudt.
Anderzijds hebben een aantal artsen de gewoonte de radiografieën aan de patiënt mee te geven. Deze kan ze daarna aan de behandelende huisarts bezorgen.
2) Wat de protocols betreft is het uiteraard zo dat de geneesheer-specialist de deontologische plicht heeft de behandelende huisarts van de patiënt zo volledig mogelijk op de hoogte te brengen van zijn bevindingen (artikelen 142 en 143 van de Code van geneeskundige plichtenleer).
De resultaten van de radiologische onderzoeken kunnen worden overgemaakt door een notitie in het specialistisch verslag op te nemen of door kopie van het protocol toe te voegen aan dit verslag.
Indien de huisarts dit nuttig acht, dient de specialist een kopie van dit protocol en de documenten van medische beeldvorming te bezorgen. Deze problematiek zal zich niet meer voordoen eens de huisartsen over een elektronische toegang tot deze documenten in het ziekenhuis zullen beschikken.
Wat de documenten van medische beeldvorming en hun protocol betreft, die door de behandelende arts aangevraagd worden, is het duidelijk dat deze vanzelfsprekend door de specialist aan deze arts moeten worden bezorgd.”