keyboard_arrow_right
Deontologie

Radiografieën - Zilver

De Minister van Volksgezondheid vraagt de Nationale raad om advies in verband met het opkopen door bepaalde firma's van fotografisch materiaal, o.m. in ziekenhuizen, van niet meer dienstige radiografieën met het oog op de recuperatie van het verbruikte zilver.

In zijn antwoord van 24 april 1980 formuleert de Nationale raad het volgende advies:

Naar aanleiding van Uw brief van 24 maart 1980 betreffende het ophalen van niet meer dienstige radiografieën met het oog op de recuperatie van het verbruikte zilver, heb ik de eer U te laten weten dat de Nationale raad de mening is toegedaan dat:

  1. het ongepast is voor geneesheren tot commerciële verkopen over te gaan en dat er aanleiding is, met betrekking tot die verkopen, artikel 10 van de Code van geneeskundige Plichtenleer in herinnering te brengen, waarbij bepaald wordt dat de geneeskunde in geen geval en op geen enkele wijze als een handelszaak mag worden opgevat;
  2. het bewaren van de radiografieën onder toepassing valt van artikel 46 (*) van de Code en dat deze documenten derhalve gedurende 30 jaar moeten worden bewaard. Deze laatste regel is geen deontologische maar een juridische regel.
(*) Artikel 46: De geneesheer moet de medische dossiers gedurende 30 jaar bewaren; desgevallend moet hij erop toezien dat de dossiers derwijze worden vernietigd dat het beroepsgeheim gewaarborgd blijft.