Ziekenhuiswacht
Een arts gespecialiseerd in de psychiatrie wordt verplicht deel te nemen aan de inslapende permanentie in het ziekenhuis waar hij als psychiater werkt. Vanuit zijn ervaring, meent hij niet langer over de kunde te beschikken om de taak van wachtdokter op een verantwoorde wijze te volbrengen.
Overeenkomstig artikel 16, §5, van het koninklijk besluit van 22 juli 1988 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, werden voor de medische wachtdienst in het ziekenhuis, drie categorieën ingevoerd:
- honoraria voor de medische wachtdienst in het ziekenhuis;
- forfaitair beschikbaarheidshonorarium voor de continuïteit van de verzorging in de diensten voor spoedgevallen (dienst 100);
- forfaitair beschikbaarheidshonorarium voor de continuïteit van de verzorging in de diensten voor intensieve verzorging.(1)
Om als ziekenhuis te worden erkend, moet de verzorgingsinstelling over een wachtdienst beschikken. Dank zij de bovenvermelde nomenclatuuraanpassing is het probleem van de wachtdienst grotendeels opgelost. Niettemin acht de Raad het wenselijk dat, conform de eerder door de Nationale Raad in deze materie uitgebrachte adviezen, eens te meer de aandacht wordt gevestigd op het principe van de onderlinge solidariteit van de ziekenhuisartsen op het stuk van de financiering van de wachtdienst.
De vraag die nu ter tafel ligt is niet zozeer van financiële aard maar betreft de bevoegdheid. Moeten alle ziekenhuisgeneesheren zonder onderscheid betrokken worden bij de nu verplicht geworden algemene ziekenhuiswacht ? Sommigen onder hen hebben zich op dusdanige manier op hun specialisme toegelegd, dat zij niet langer op verantwoorde manier een algemene wachtdienst kunnen waarnemen. Is de medische raad van de instelling niet het best geplaatst om over de bevoegdheid van de ziekenhuisgeneesheer te oordelen en desgevallend sommigen onder hen van deze taak te ontslaan ?
Het Bureau zal voor de volgende vergadering een ontwerp‑antwoord voorbereiden.
(1) Koninklijk besluit van 22 juli 1988 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen (BS 30 juli 1988),artikel 16, §5:
Een als volgt gestelde §3 wordt toegevoegd:
"§3. Honorarium voor de medische wachtdienst in het ziekenhuis
590100
Honorarium voor de medische wachtdienst in het ziekenhuis, per opneming in een acute dienst A, C, D, E, G, H, I, K, L, M, N of S van een algemeen ziekenhuis
...................................................................................................................................A 14 Forfaitair beschikbaarheidshonorarium voor de continuïteit van de verzorging in de diensten voor spoedgevallen en intensieve verzorging.
590122
Per opneming in een acute dienst A, C, D, E, G, H, I, K, L, M, of S van een algemeen ziekenhuis die bovenop de wettelijke wachtdienst verbonden is met een dienst 100, met intramurale wachtdienst door ten minste één geneesheer‑specialist of geneesheer‑stagiair met ten minste twee jaar opleiding
...................................................................................................................................A 14
590411
Per opneming in een acute dienst A, C, D, E, G, H, I, K, L, M, N of S van een algemeen ziekenhuis die bovenop de wettelijke wachtdienst, verbonden is met een dienst 100, met intramurale wachtdienst door ten minste één geneesheer‑specialist of geneesheer‑stagiair met ten minste twee jaar opleiding die een bijkomende wachtdienst verzekert in de dienst voor intensieve verzorging door ten minste één geneesheer‑specialist of geneesheer‑stagiair ............................................... A 21
De verstrekkingen 590122 en 590144 mogen onderling niet worden gecumuleerd.
De verstrekkingen 590100 en 590144 dienen om de verschillende geneesheren te vergoeden die de dagelijkse wachtdienst verzekeren volgens de regels die eigen zijn aan ieder inrichting, onder de verantwoordelijkheid van de hoofdgeneesheer die verantwoordelijk is voor de continuïteit van de verzorging en die de verstrekkingen attesteren.
Als de wachtdienst 100 volgens een beurtrol verdeeld is over verscheidene ziekenhuizen, moeten de honoraria prorata temporis worden betaald.