keyboard_arrow_right
Deontologie

Ziekenhuiswacht

De Nationale Raad wordt door een provinciale raad om advies verzocht aangaande de toepassing van het Koninklijk Besluit van 22 juli 1988. In bedoeld besluit komen beschikkingen voor die betrekking hebben op de vergoeding van wachtdiensten in de verzorgingsinstellingen. Nieuwe Z.I.V.‑nummers werden aan de nomenclatuur toegevoegd. Steeds volgens de provinciale raad, zou de toepassing van deze bepalingen deontologische implicaties kunnen hebben.

Na een uitgebreide gedachtenwisseling, meent de Nationale Raad dat waar de Nederlandse tekst van artikel 16 van het Koninklijk Besluit misschien onvoldoende duidelijk is, de Franse tekst geen enkele twijfel laat bestaan voor wat de toepassing van dit Koninklijk Besluit betreft.

Antwoord van de Nationale Raad:

Het blijkt duidelijk uit zowel de Nederlandse als de Franse tekst van het voorlaatste lid van artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 22 juli 1988 dat de verstrekkingen 590100, 590122 en 590144 dienen om de verschillende geneesheren te vergoeden die de dagelijkse wachtdienst verzekeren en de verstrekkingen attesteren onder de verantwoordelijkheid van de hoofdgeneesheer die verantwoordelijk is voor de continuïteit van de verzorging(1).

(1) cf. Tijdschrift nr 43, maart 1989, blz. 36.