keyboard_arrow_right
Deontologie

Resultaten

Wachtdiensten19/10/1985 Documentcode: a034010
Algemene wachtdienst in ziekenhuisverband

Het Verbond der Belgische Beroepsverenigingen van geneesheren‑specialisten vraagt de Nationale Raad om advies aangaande de plichten van de ziekenhuisartsen en de rol van de medische raad inzake de organisatie en financiering van de algemene medische permanentie in ziekenhuisverband.

In zijn vergadering van 19 oktober 1985, bracht de Nationale Raad hierover volgend advies uit:

De Nationale Raad stelt met genoegen vast dat de termen van artikel 117 van de Code van geneeskundige Plichtenleer (Hoofdstuk 3, art. 113 tot 118) (1) volgens dewelke elke geneesheer ingeschreven op de lijst van de Orde, overeenkomstig zijn bevoegdheid, aan de wachtdienst moet deelnemen of aan de werkingskosten ervan bijdragen, in Uw brief niet in vraag worden gesteld.

Op deze regel bestaan geen algemene uitzonderingen; afwijkingen moeten worden voorgelegd aan de beoordeling van de provinciale raad.

De Nationale Raad is van oordeel dat de financiering van de medische wachtdienst in een ziekenhuisinstelling door de artsen moet worden gewaarborgd. Dat is namelijk een deontologische verplichting. Het bedrag van de financiële bijdrage van zij die niet persoonlijk aan de wachtdienst deelnemen, wordt vastgelegd door de medische raad. In geval van deontologische geschillen tussen de medische raad en één of meer artsen van de instelling, moet het probleem ter beoordeling aan de provinciale raad worden overgelegd.

(1) Art. 113 De kontinuïteit van de verzorging verzekeren is een deontologische plicht.
Art. 114 Elke geneesheer moet, naargelang van het geval, de nodige maatregelen nemen om de kontinuïteit van de verzorging van zijn zieken te waarborgen.
Art. 115 Wachtdiensten worden eensdeels opgericht om de geneesheer in staat te stellen de kontinuïteit van de verzorging te waarborgen en anderdeels om aan dringende oproepen gevolg te kunnen geven.
Art. 116 De organisatie van deze wachtdiensten berust bij de beroepsverenigingen of de met dat doel opgerichte plaatselijke organisaties.
De werkingsmodaliteiten van deze diensten en de wachtrol dienen aan de provinciale raad te worden medegedeeld.
Art. 117 Elke geneesheer ingeschreven op de lijst van de Orde moet, overeenkomstig zijn bevoegdheid, aan deze wachtdiensten deelnemen.
Uitzonderingen worden om gezondheidsredenen, omwille van hoge leeftijd of om andere geldige redenen, toegestaan.
Geschillen worden aan de provinciale raad voorgelegd.
De provinciale raden nemen maatregelen tegen de geneesheren die weigeren aan de wachtdienst deel te nemen of tot de werkingskosten ervan bij te dragen.
Art. 118 Onverminderd de bepalingen van de wet van 6 januari 1961 die enkele gevallen van schuldig verzuim bestraft of van de wet van 8 juli 1964 inzake de dringende geneeskundige hulpverlening, mag de geneesheer zich slechts aan een dringende oproep onttrekken na zich ervan overtuigd te hebben dat er geen echt gevaar bestaat of wanneer hij door een even belangrijk spoedgeval wordt weerhouden.

Wachtdiensten16/02/1980 Documentcode: a028035
Wachtdiensten

Op het Ministerie van Volksgezondheid liepen klachten binnen in verband met de werking van de medische wachtdiensten.

Na een grondig onderzoek bij de provinciale geneeskundige commissies kwamen inderdaad tekortkomingen aan het licht.

De Nationale raad bij wie de zaak aanhangig werd gemaakt, heeft een commissie belast met de studie van dit probleem.

De commissie bracht verslag uit over haar werkzaamheden op de raadszitting van 16 februari 1980 en volgend rondschrijven werd aan de Provinciale raden gericht:

Betreft: Medische Wachtdienst

Naar aanleiding van onze herhaalde contacten met het Ministerie van Volksgezondheid achten wij het nuttig U nogmaals attent te maken op de plichten van de geneesheren i.v.m. de continuïteit van de verzorging en de medische wachtdiensten.

CONTINUITEIT VAN DE VERZORGING

Het is de plicht van elke geneesheer, specialist of huisarts, ervoor te waken dat de continuïteit van de verzorging bij zijn patiënten gewaarborgd is.

De zieke moet op elk ogenblik zijn geneesheer kunnen raadplegen of, in diens afwezigheid, beroep kunnen doen op een geneesheer die hem uitleg kan verstrekken i.v.m. zijn behandeling of deze, naargelang zijn toestand, kan wijzigen.

Het is bijgevolg ten zeerste wenselijk dat elke zieke een behandelende geneesheer heeft. (artikelen 110, 142 en 143 van de Code)

De continuïteit van de verzorging zou er baat bij vinden indien de behandelende geneesheer bij de patiënt een document, bestemd voor de geneesheer van wacht, zou laten waarin hij, naast de medicaties, met een maximale inachtneming van het beroepsgeheim, ook alle gegevens vermeldt die voor de geneesheren van wacht of de plaatsvervangende geneesheer onmisbaar zijn.

Bij ontstentenis van een persoon die de telefoon opneemt, moet de geneesheer beschikken over een automatisch antwoordapparaat om de patiënten naar de wachtdienst of naar zijn plaatsvervanger te kunnen verwijzen.

Bij langdurige afwezigheid, moet de geneesheer beroep doen op een plaatsvervanger.

Elke specialist, hetzij met een privé praktijk, hetzij werkzaam in een polikliniek of een ziekenhuis, moet ervoor zorgen dat hij voor de patiënt, diens behandelende geneesheer of apotheker, bereikbaar is. Hij moet, bij afwezigheid van de behandelende geneesheer, raad kunnen geven en, indien nodig, maatregelen nemen opdat de zieke thuis zou worden opgezocht.

Er dient inderdaad opgemerkt te worden dat specialisten die uitsluitend in een polikliniek of in een ziekenhuis werkzaam zijn, soms verzuimen hun naam te laten opnemen in de dokterslijst van de telefoongids.

WEEKENDDIENST

Elke op de lijst van de Orde ingeschreven geneesheer is verplicht naargelang zijn bevoegdheid, aan de wachtdienst deel te nemen.

Hij is tevens verplicht in de eventuele werkingskosten van de wachtdienst bij te dragen.

Hetzelfde geldt voor de geneesheren specialisten. Zij moeten de wachtdienst van de huisartsen over hun eigen wachtrol inlichten.

CONTINU WACHTDIENST

De organisatie van een continu wachtdienst in bepaalde grote centra, is nuttig gebleken.
De provinciale raden moeten toezien dat de organisatie van dergelijke wachtdiensten binnen de geografische context gebeurt.

Elke geneesheer moet aan de oprichting, de werking en de werkingskosten van deze diensten deelnemen.

WACHTDIENSTEN IN DE ZIEKENHUIZEN

De continuïteit van de verzorging en de dringende medische hulp veronderstellen eveneens de organisatie van een wachtdienst in ziekenhuizen en klinieken.

De medische raad moet erop letten dat elke geneesheer die in de instelling werkzaam is, aan de wachtdienst deelneemt overeenkomstig zijn bevoegdheid.

DIENST 900

Deze dienst werd in het leven geroepen met het oog op dringende medische hulp op de openbare weg of in openbare plaatsen.

Het is wellicht nuttig eraan te herinneren dat bij elke oproep van de dienst 900, de politie automatisch ter plaatse komt.

Indien de geneesheren zelf voor een goede continuïteit van de verzorging en een degelijke organisatie van de wachtdienst zorgen, zal het aantal ondoordachte oproepen van de 900 ongetwijfeld afnemen.

DEONTOLOGIE

In het kader van de wachtdienst, treedt elke geneesheer op in naam van de behandelende geneesheer en moet derhalve conform aan artikel 19, § 2, van de Code van geneeskundige Plichtenleer handelen.

Elk huishoudelijk reglement van de wachtdienst moet vooraf voor advies aan de Provinciale raad worden voorgelegd.

De provinciale raden waken over de strikte naleving van deze bepalingen door alle op de lijst van de Orde ingeschreven geneesheren.