Eigendom van paraffineblokken in laboratoria voor pathologie-anatomie
Eigendom van paraffineblokjes in laboratoria voor pathologie-anatomie
Een patholoog-anatoom vraagt aan zijn provinciale raad wie in een laboratorium voor pathologie-anatomie de eigenaar is van de paraffineblokjes waarin bij een patiënt weggenomen weefsel is ingebed.
Advies van de Nationale Raad :
De Nationale Raad is van oordeel dat noch aan een patiënt noch aan een arts een 'eigendomsrecht' kan toegekend worden in de klassieke betekenis van het burgerlijk recht, met inherent volstrekt beschikkingsrecht over de paraffineblokjes waarin van de patiënt weggenomen weefsel is in-gebed. De Nationale Raad steunt hierbij op de beginselen die ten grondslag liggen aan de internationale verklaringen betreffende de mens, meer bepaald de niet-verhandelbaarheid en de niet-overdraagbaarheid van het menselijk lichaam.
De patholoog-anatoom (in een dienst voor anatomo-pathologie: de arts verantwoordelijk voor de dienst) is de bewaarder van de paraffineblokjes en draagt er de overeenkomstige verantwoordelijkheden voor. In dit verband verwijzen wij naar het advies van de Nationale Raad van 13 december 1986 (Tijdschrift Nationale Raad nr. 36, juni 1987, p. 12 - kopie als bijlage).
De Nationale Raad meent dat de paraffineblokjes te beschouwen zijn als objectieve elementen van een medisch dossier. Dit impliceert onder meer dat:
- de paraffineblokjes gedurende 30 jaar bewaard dienen te worden (cf. art. 46 van de Code van geneeskundige Plichtenleer);
- de patholoog-anatoom, overeenkomstig art. 13 al. 1 van het K.B. nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, en art. 41 van de Code van geneeskundige Plichtenleer, op verzoek of met het akkoord van de patiënt - dit kan eventueel blijken uit een door hem hiertoe ondertekend document - de paraffineblokjes die hij bewaart desgevraagd dient over te maken aan een andere behandelende arts aangeduid door de patiënt. De Nationale Raad acht het verkieslijk de paraffineblokjes rechtstreeks te doen geworden aan een arts die de nodige bekwaamheid bezit om deze te analyseren en te interpreteren.
cf. advies NR 14 oktober 2023, a170018.