keyboard_arrow_right
Deontologie

Elektronisch brievenbussysteem - Laboratoria

Een provinciale raad legt aan de Nationale Raad een adviesaanvraag van een arts voor betreffende de installatie van een elektronisch brievenbussysteem om in een eerste fase de laboratoriumgegevens door te zenden. De arts zou graag vernemen of hieromtrent richtlijnen gepubliceerd werden door de Orde en of de aldus overgeseinde documenten moeten worden bevestigd door gedrukte protocols.

Advies van de Nationale Raad:

Transmissie van medische gegevens langs elektronische weg

Het overseinen van resultaten, documenten en, in het algemeen, van om het even welk medisch gegeven of bericht, dient te beantwoorden aan de beginselen en waarborgen van authenticiteit, betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid.
De geneesheer is verantwoordelijk voor het bewaren van het medisch geheim. Het overseinen van medische gegevens mag dus enkel gebeuren wanneer de geneesheer alle nodige voorzorgen genomen heeft om het medisch geheim te bewaren. De provinciale raden van de Orde der geneesheren moeten erover waken dat het beroepsgeheim steeds geëerbiedigd wordt.
Het overseinen van medische gegevens per fax, modem of via een netwerk, moet, zowel inzake de toegang tot de gegevens als de aanwending en het transport ervan, beschermd worden door methoden waarvan de doeltreffendheid bewezen is en die stroken met de thans geldende kennis op dit gebied.

Bij wijze van voorbeeld:

1. Tegen het overseinen van resultaten of protocollen per fax is er geen deontologisch bezwaar, voor zover de nodige voorzichtigheid aan de dag gelegd wordt, zoals dat ook met iedere briefwisseling moet gebeuren. Aangezien het gaat om het overseinen van geneesheer naar geneesheer, moeten de nodige maatregelen getroffen worden om een niet-toegelaten toegang te vermijden (verkeerd adres, controle op de toegang, enz.).

2.1. Voor het rechtstreeks overseinen via een modem , tussen twee geneesheren, dienen dezelfde voorzorgsmaatregelen getroffen te worden.

2.2. In een systeem waarbij meerdere gebruikers met elkaar verbonden zijn, is het gevaar voor inbreuken op de deontologie reëel. Hier bestaat met name het risico op schending van het medisch geheim, op een beperking van de vrije keuze van de patiënt en op ongeoorloofde voordelen die een verdoken dichotomie kunnen zijn. Indien het overseinen op de gepaste manier georganiseerd wordt, kunnen deze risico's vermeden worden. Een dergelijke manier van overseinen kan slechts toegestaan worden na goedkeuring door de provinciale raad waaronder de geneesheren ressorteren die er gebruik van maken.

Wanneer een vennootschap of een geneesheer de resultaten of protocollen die opgeslagen zijn in hun computer rechtstreeks ter beschikking willen stellen van de refererende artsen via een modem, mag dit slechts gebeuren op voorwaarde dat het gebruik ervan vastgelegd is in een schriftelijk reglement, dat goedgekeurd werd door de provinciale raad van de Orde der geneesheren van de refererende artsen en dat medegedeeld wordt aan de geneesheren die van deze dienst wensen gebruik te maken.

Dit reglement moet de vrije keuze van de geneesheer en van de patiënt waarborgen en bepalen dat, om de vertrouwelijkheid te waarborgen, methoden gebruikt moeten worden waarbij een controle uitgeoefend kan worden op de toegang tot de gegevens alsmede op de communicatie, aanwending en het transport ervan. Het reglement moet dus uitdrukkelijk vermelden welke beveilingsmiddelen voorzien zijn om deze controles uit te voeren. Uit het reglement moet tevens blijken dat de nodige voorzorgen genomen werden om inbreuken op de deontologie te voorkomen. De geneesheer mag slechts gebruik maken van deze dienst nadat hij een exemplaar ontvangen heeft van het reglement en de goedkeuring verkregen heeft van zijn provinciale raad.

2.3. Dezelfde voorzorgsmaatregelen dienen getroffen te worden wanneer medische gegevens door verschillende gebruikers opgeslagen worden in een hostcomputer en door de bestemmelingen opgeroepen kunnen worden door hun eigen terminals (elektronisch brievenbussysteem). Het moet blijken dat enkel de geneesheer die de patiënt voor een welbepaald onderzoek verwezen heeft toegang kan krijgen tot de resultaten van zijn patiënt en dat die geneesheer enkel gegevens kan krijgen betreffende zijn eigen patiënten. Omgekeerd mag het niet mogelijk zijn toegang te verkrijgen tot het medisch dossier dat bijgehouden wordt door de geneesheer. Om de vrije keuze van de patiënt te vrijwaren moet uit het reglement blijken dat door het gebruik van deze dienst geen ongeoorloofde binding ontstaat tussen de geneesheer en de initiatiefnemer van de dienst. Deze dienst moet ter beschikking gesteld worden van alle geneesheren die er gebruik van wensen te maken, zonder enige verplichting voor hen om samen te werken met een welbepaalde geneesheer of medische dienst.

Het gebruik van deze manier van overseinen van medische gegevens mag aan de behandelende geneesheer geen andere voordelen geven dan een betere en snellere overdracht van de resultaten.

3. Wat het overseinen van medische informatie via een netwerk betreft, bijv. binnen een gezondheidsinstelling, moeten dezelfde maatregelen getroffen worden ter vrijwaring van de bescherming en beveiliging van de medische gegevens. De gebruikte methoden moeten beantwoorden aan de huidige doeltreffendheidscriteria en de getroffen maatregelen moeten door duidelijke, coherente en niet-ambigue instructies weergegeven worden in een intern reglement. De controle op de naleving van dit reglement moet toevertrouwd worden aan een verantwoordelijke geneesheer.

Bij elke vorm van transmissie van medische gegevens langs elektronische weg dient aan de behandelende arts de mogelijkheid geboden te worden om, zo hij dit wenst, een schriftelijke bevestiging van de overgeseinde gegevens te bekomen.