keyboard_arrow_right
Deontologie

Kadaster van de artsen

Naar aanleiding van het begin 2001 in het Koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies ingevoegde art. 35 quaterdecies, bespreekt de Nationale Raad twee projecten uitgaande van het ministerie van Volksgezondheid :

  1. de creatie van een centrale server voor de inschrijving van de artsen langs elektronische weg;
  2. de creatie van een artsenkadaster waarin bepaalde karakteristieken van hun beroepsactiviteit zullen worden opgenomen.
    Dit alles zal bewaard worden in een federale databank van de beoefenaars van de gezondheidsberoepen.

De Nationale Raad richt hieromtrent volgende brief aan mevrouw M. AELVOET, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu :

De Nationale Raad werd in het bezit gesteld van een document over de verzameling en de registratie van gegevens betreffende artsen.

De Nationale Raad maakt zich ongerust over het belang en de hoeveelheid van de te registreren gegevens. Dergelijke verzameling van persoonlijke gegevens, waarvan sommige vrijwillig toevertrouwd werden, baart hem zorgen gezien het grote aantal structuren dat er toegang toe zal kunnen hebben. Hij vraagt zich af of deze gegevens in verhouding staan tot de doelstellingen van de voorgenomen registratie.

Zo kan, naast andere voorbeelden, de toegang tot de beroepstitels van de artsen voor het publiek, zoals voorzien in § 5 van het document in kwestie, het publiek misleiden aangezien deze titels niet altijd overeenstemmen met de werkelijke bekwaamheden en activiteiten van de arts.

Wij zijn ervan overtuigd dat u de bezorgdheid van de Raad deelt en dat u hem op de hoogte zult houden van de evolutie van dit project.

Wij danken u bij voorbaat.

c.c. dokter Dercq, algemeen adviseur, ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, bestuur Geneeskundepraktijk.